Nieuwe kraan in Bouwdok WILTON-F IJ ENOORD.SCHIEDAM ORGAAN VAN EN VOOR HET PERSONEEL VAN 1 NIEUWS Naar aanleiding van het in gebruik stellen van de nieuwe kraan, die in het bouwdok is gebouwd, vernamen wij van de heer Akkerman de navolgende bijzonderheden. Het nieuwe gevaarte heeft vanaf de rails tot aan de top een hoogte van 52 meter. Het hefvermogen is op 45 meter afstand van het hart van de kraan 13| ton en op een afstand van 20 meter bedraagt dit 35 ton. Dit is dan tevens het maximum hijsvermogen. De bediening geschiedt door één kraandrijver, die plm. halverwege de staander (plm. 33 meter boven de begane grond) zijn bedieningshuis heeft, waarin zich behalve de electrische bedieningsapparaten ook het hoofdhijswerk bevindt, dus onder directe controle van de kraandrijver. De plaats van het bedieningshuis is niet, zoals gebruikelijk, aan de onderkant van de arm, maar, zoals reeds gezegd, halverwege de staander. De voordelen zijn hier in het oog springend: de kraandrijver is dichter bij de grond en heeft beter contact met het personeel op de begane grond en tevens een beter overzicht op het werk. Op onze vraag waarom deze kraan werd gebouwd, welke verbeteringen daarmede bereikt werden en wat voor in vloed een en ander had op de reeds bestaande bouwdok- kranen, deelde de heer Akkerman ons nog het volgende mede: Bij de vroegere methode van scheepsbouw waren de be staande torenkranen in staat de nodige werkzaamheden te verrichten. Bij de huidige werkmethoden, waarbij de sectie- bouw een grote rol speelt en dus met grote en zware stuk ken moet worden gewerkt, was een betere manier van werken noodzakelijk. De oplossing werd gevonden door een nieuwe kraan in het bouwdok te laten bouwen, die wat hefvermogen en hijssnelheid betreft geheel was aangepast aan de nieuwe werkmethoden. De zgn. fijn-hijssnelheid, waardoor het mogelijk is, dat zware stukken a.h.w. centimeter voor centimeter kunnen worden bewogen, is van groot belang en een groot voordeel. De zgn. „sloot" is vrijgekomen voor opslag van secties en andere grote stukken. Ook alweer tijds- en dus geldbespa ring op zichzelf. De bestaande torenkranen hebben nu de taak om slechts één zijde van het te bouwen schip (de buitenzijde) te bedienen, zodat stagnatie daardoor vermeden wordt. De nieuwe kraan bestrijkt de binnenkanten van twee schepen tegelijk, omdat zij in het midden van het bouwdok haar baan heeft. Daar men het bouwdok voor het verhalen naar de afbouw- kade van een nieuw gebouwd casco (of verder afgebouwd schip) tot een bepaalde hoogte laat vollopen, zijn alle „vitale delen" van de nieuwe kraan op zulk een hoogte aange bracht, dat waterschade niet mogelijk is. Het ijzerwerk van het portaal kan echter deze „doop" volledig doorstaan. Ook bij andere werven bestaan zulke sterke gevaarten, maar het portaal is speciaal ontworpen voor onze werf om de hierboven genoemde reden. Als interessante bijzonderheid vertelde onze zegsman nog het volgende: Bij de bouw werden staander en arm gelijktijdig geplaatst, want geen enkele bok was in staat de arm apart op de staander te hijsen vanwege de grote hoogte. G.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1953 | | pagina 3