Vergadering Directie met Grote Kern op 13 October 1953 NIEUWS 14 STOP/ UNCZhm filll telbakken, 16 overslagschepen, 24 onderlossers, 74 elevator- bakken, 9 oplossers, 149 zolderschuiten, 126 sleepboten, 105 draglines, 15 grondzuigers, 14 bakkenzuigers, 5 bagger molens, 3 cutterzuigers, 1 hopperzuiger, 30 loco's, 6 motor- dekschuiten, 5 dukw's, 9 bulldozers, 1 wiesel, 3 landings vaartuigen. Van Renesse naar Brouwershaven wordt achter de duinen en langs de voet van de dijk een hoogwatervrije weg gemaakt, welke West-Schouwen straks onder alle om standigheden weer over land bereikbaar zal doen zyn van uit Brouwershaven en Zierikzee. Als men bedenkt, dat Schouwen Duiveland vóór het najaar gereed moet zyn en de dan te verwachten stormen en hoge waterstanden moet kunnen trotseren, dan wordt het wel duidelijk, dat het hier „alle hens aan dek" geblazen is. Ons volk en ook het buitenland (getuige het vrij grote aantal buitenlandse journalisten) volgen het werk met grote aandacht. Maar bovenal wordt er reikhalzend naar de resultaten van het werk uitgezien door de ca. 10.000 geëvacueerde bewo ners, voor wie het van dit resultaat zal afhangen wanneer zij weer kunnen terugkeren naar de geboortegrond en hoe zij hun bezittingen, hun huis en hun land zullen terug vinden. Een zware opgave, maar een waardige taak om zich hiervoor in te spannen. Op Donderdag, 27 Augustus, 's middags 6.37 uur had men het laatste gat bij Schelphoek dicht en was de polder Schou wen van het zeewater afgesloten. En zo wapperde in Zie rikzee en Brouwershaven van elk huis, waar men uit de ramp nog een vlag had overgehouden, de nationale drie kleur, het beste bewijs, dat de bevolking meeleeft en dankbaar is. Zo hadden bekwame ingenieurs en stoere dijk werkers de strijd gewonnen. Wat de zee met geweld geno men had, is weer met geweld teruggenomen. Op 22 Juli toen de stryd om de dijken nog in volle gang was, werd een beroep gedaan op de directie van Wilton-Fijenoord of ook zij haar aandeel wilde nemen om als de dyken dicht waren, het water uit de polder Schouwen te pompen. On middellijk werden de nodige maatregelen genomen en de pompboot „Neptunus" van de P.G.E.M. werd weer ter be schikking gesteld. In pl.m. drie weken waren voor het pompen de nodige materialen klaar, zodat op Dinsdag, 18 Augustus, begonnen werd met het leggen der zuigbuizen. Ligplaats was de haven van Zierikzee, pl.m. 500 meter van af het plaatsje Zierikzee. Op 1 September draaiden alle motoren proef. Daar nog verschillende werkzaamheden aan de dyken zouden moeten plaatsvinden, zoals het waterdicht maken van het gat by de Schelphoek, werd afgesproken de juiste datum voor pompen nader te berichten. 28 Sep tember werd het sein gegeven, dat er gepompt kon wor den en prompt om 17.18 uur draaiden alle pompen volle kracht. De gehele inzet aan pompen in de polder Schouwen bedraagt 29 pompen van elk 50 m3 per minuut, 2 pompen van elk 400 m3 per minuut en de „Neptunus" van 480 m3 per minuut. Drie sluizen zullen by eb door lozing mee helpen. De geschatte tijd voor het pompen is pl.m. 5 weken. Oppervlakte pompgebicd 9000 ha, pl.m. 240.000.000 m3. Het stemt tot grote voldoening, dat onze onderneming ook aan deze gigantische nationale prestatie haar medewerking verleent. In deze vergadering heeft de heer van West een overzicht gegeven van hetgeen in 1952 en in de achter ons liggende 9 maanden van 1953 zoal in het bedrijf is geschied, terwijl hij tevens het een en ander heeft verteld over de vooruit zichten. Na deze uiteenzetting wa6 er gelegenheid tot dis cussie, waarvan vele kernleden gebruik maakten. Onderstaand volgt een verkort verslag van hetgeen de heer van West heeft besproken. Reparatie In reparatie waren 1056 schepen tegen 956 in 1951, waarvan meer dan 60 onder buitenlandse vlag. Bezetting der dokken In 1952 werden 339 schepen met 1565 dokdagen opgenomen tegen in 1951 359 schepen met 1523 dokdagen, terwijl bo vendien in het bouwdok werden gerepareerd 4 schepen met een totaal van 188 dokdagen. In de Gemeentedokken wer den voor onze rekening opgenomen 36 schepen met 117 dokdagen. Als belangrijkste der reparaties in het afgelopen jaar werd de „Erria" genoemd, een uitgebrand passagiers schip, dat op de Westkust van Noord-Amerika lag en dat ons na concurrentie met andere werven werd toege wezen, evenals de „Ocean Leader", die van het Verre Oosten naar onze werf werd gedirigeerd. Nieuwbouw Onze nieuwbouw-afdeling was gedurende 1952 volledig van werk voorzien. Afgeleverd werd aan de Holland-Amerika Lijn de gerepareerde en omgebouwde „Dongedijk" inclusief een nieuwe motor-installatie. Verder het s.s. „Maasdam" met accommodatie voor 40 le- en 850 toeristen passa giers. In 1952 werd ons de bouw van de volgende schepen opgedragen 1 tankschip voor „La Corona", 1 vrachtschip voor de Ver. Ned. Scheepvaart Mij. 1 tankschip voor de Stoomvaart My. „Oostzee", 1 tankschip voor de „Caltex", 1 tankschip voor de Société Frangaise de Transport Pétro- liers. Verder 1 Wilton-Fyenoord/Doxford motor voor werf De Noord. Eveneens kwam in 1952 tot stand de opdracht van 32 kust- mijnenvegers voor rekening van de Staat der Nederlanden, waarby W.F. als hoofdaanneemster optreedt voor 13 bij de bouw betrokken scheepswerven en zelf 3 der schepen voor haar rekening heeft genomen. Resumerende waren op 31 December 1952 de volgende bouwopdrachten in onze handen: voor de Marine: de Kruiser „De Ruyter", 2 Onderzeebootjagers

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1953 | | pagina 16