15
NIEUWS
2 Onderzeebootjagers met bijbehorende dieselmotoren,
3 Mijnenvegers met 50 dieselmotoren.
Voor andere maatschappijen:
het tankschip „Hilversum" voor de Mij „Oostzee", groot
17.400 ton met een 5500 PK Wilton-Fijenoord/Doxford
motor,
het tankschip „Bussum" van dezelfde maatschappij en de
zelfde grootte, met een gelijke motor,
de Walvisvaarder met een waterverplaatsing van 44.000 ton,
dus belangrijk groter dan de „Nieuw Amsterdam", met
2 Wilton-Fijenoord/M.A.N. dieselmotoren van elk 5250 PK,
het tankschip „Pendrecht" voor de firma van Ommeren,
groot 19.500 ton, met een Wilton-Fijenoord/Doxford motor
van 7750 PK,
3 tankschepen voor de al eerder genoemde Franse maat
schappij, de „Camargue", de „Poitou" en de „Sologne",
elk van 19.500 ton met eveneens een voortstuwingsmotor
van het Wilton-Fyenoord/Doxford type van 7750 PK,
5 tankschepen voor de Petroleum My. „La Corona", elk
groot 18.000 ton, waarvan er 2 met turbo-electrische aan
drijving en 3 met turbines met tandwieloverbrenging wor
den uitgevoerd, elk met een vermogen van 7500 PK. Twee
van deze voortstuwingsinstallaties zullen in eigen werk
plaatsen worden gebouwd.
1 vrachtschip, genaamd „Oldekerk", voor de Ver. Ned.
Scheepvaart Mij., groot 10.000 ton, uit te rusten met een
Wilton-Fijenoord/M.A.N. motor van 7200 PK.
1 tankschip, groot 32.000 ton, voor de Caltex, met een tur
bine van 12.500 PK met tandwieloverbrenging, welke ge
heel in onze werkplaatsen zal worden gebouwd.
Onderhanden waren verder de volgende Wilton-Fijenoord/
Doxford-motoren
1 van 7750 PK voor de werf Le Trait in Frankrijk.
1 van 5500 PK voor Noorse rekening
1 van 4400 PK voor Noorse rekening
2 van 3450 PK voor de werf „De Noord" te Alblasserdam
en tenslotte nog de turbine-installatie van 7500 PK voor de
werf P. Smit.
Van bovenstaande lyst kunnen worden afgevoerd, omdat
zij intussen zijn afgeleverd, de tankschepen „Hilversum",
„Pendrecht" en „Camargue".
Hoewel er in bovenstaande lijst schepen voorkomen, die in
1957 moeten worden opgeleverd, werd er enige ruimte in
de hellingbezetting in reserve gehouden voor het jaar
1956/57, omdat verwacht werd, dat ook uit Hollandse
rederskringen tot de bouw van bepaalde schepen zou wor
den overgegaan.
Het is n.l. een feit, dat hoewel de vloten werden uitge
breid, de vervanging van de oudere schepen in onvoldoend
snel tempo werd verwezenlijkt en dat de remplacering van
deze schepen niet eindeloos kan worden uitgesteld, wil
men niet in het defensief worden gedrongen in de concur
rentiestrijd. Men moet daarbij niet vergeten, dat verschil
lende Hollandse reders teneinde snel in het gebrek aan
scheepsruimte te kunnen voorzien - tot de aankoop van
Amerikaanse schepen zyn overgegaan, waarvan bekend is,
dat hun levensduur belangrijk lager ligt dan die van de
tegenwoordig gebouwde schepen. Er bestaat gegronde hoop,
dat inderdaad de opengehouden plaatsen door schepen van
de Nederlandse vlag zullen worden bezet en dat de aard
van deze schepen ertoe zal bydragen om de bezetting van
de werf in al haar geledingen voor langere tijd te ver
zekeren. (Zie inmiddels ontvangen opdrachten van Holland-
Amerika Lijn.)
Tot zover de stand van opdrachten in 1952 en ten dele in
1953.
Uitbreidingen en vernieuwingen
De snelle ontwikkeling van de techniek en de toename van
de wereldtonnage, gepaard gaande aan de groei van de
scheepvaart dwingt een fabriek als de onze tot voort
durende vernieuwing en modernisering van haar inrich
tingen. Dat hiermede aanzienlijke bedragen gemoeid zyn,
zal iedereen begrijpen en kan iedereen constateren, wan
neer hy zijn ogen de kost geeft. De directie is ervan
overtuigd, dat zelfs het tempo, waarin wy deze vernieuwin
gen en uitbreidingen tot stand moeten brengen, ten achter
blijft bij de eisen, die haar worden gesteld door haar
cliënten. Maar hoewel wij de laatste jaren niet te klagen
hebben gehad over gebrek aan werk en inkomsten, zijn
zelfs deze laatste niet voldoende geweest om aan onze wen
sen te voldoen. Men moet bovendien bij het leiden van een
bedrijf als het onze op een terugval in de conjunctuur
voorbereid zijn en in dat geval zal alleen de meest sterke
en de meest capabele kans hebben zonder teveel kleer
scheuren door een periode van slapte heen te komen.
In 1952 werden voltooid en in gebruik genomen o.a.:
a. een magazijn met kranen en stellingen en kantoor op
het oostelyk gedeelte van ons terrein voor werktuig
bouw,
b. een magazijn met kantoor bij de Vijfsluizen voor af
bouw van schepen,
c. een was- en kleedlokaal voor de Koperslagerij met af
zonderlijke douche-ruimte,
d. verschillende toiletten, welke direct vanuit de werk
plaats te bereiken zijn, eveneens in de koperslagerij, op
de mallenzolder en in de afdeling onderhoud,
e. een modelmakerij met afzuig-installatie, Sprinkler etc.
voor de gieterij en een gebouw voor het krachtstation
en de portiersloge op het oude terrein Fijenoord.
Op 31 December 1952 waren nog onderhanden:
de bouw van een gegraven dok, waarin tankschepen tot een
draagvermogen van pl.m. 32000 ton kunnen worden opge
nomen. Wij hopen, dat de oplevering daarvan in de 2e
helft van 1954 zal kunnen plaatsvinden.
Als het graven van de dokput voor dit dok, waaraan on
geveer 1 jaar geleden werd begonnen, voltooid is, zal bijna
een half millioen m3 grond zijn afgevoerd. Om enig idee te
krijgen van de diepte van de put stelle men zich voor,
dat, wanneer de lasloods erin zou staan, de nok van het
dak lager zou liggen dan de bovenkant van de put. De
sectie van de 7 meter dikke dokvloer, alsmede enkele ge
deelten van de dubbele dokwand, zijn inmiddels gestort.
Dat deze vloer zo zwaar werd geprojecteerd is een gevolg
van de overweging, dat men elk gevaar van opdrijving
van het dok wil voorkomen. Men had waarschijnlijk het
zelfde kunnen bereiken door middel van onderheiïng, maar
de deskundigen zijn het erover eens, dat de plaatsing van
de zware en hoge dokvloer een grote waarborg geeft voor
eventuele verzakkingen. Zoals wellicht bekend, is de dok
vloer nu inderdaad op een volledige zandbodem komen te
rusten.
De bouw van een lasloods met kraan, welke intussen ge
reed gekomen is. Verwacht wordt, dat deze lasloods ertoe
zal bijdragen de snelheid van bouw op te voeren, waardoor
de prijs van de schepen zeker naar beneden kan worden
gebracht.
Een nieuwe machinefabriek, compleet met kranen, machi
nes, kantoren enz. o.m. bestemd voor de bouw van diesel
motoren voor mijnenvegers en onderzeeboten.
Een kraanbaan voor een torenkraan van 35 ton in het
bouwdok.
Een motorsleepboot.
Een verbreding van helling VI ten behoeve van het bon
wen van de walvisvaarder; aan weerskanten zal ongeveer
6 meter worden toegevoegd.
Uitbreiding hoofdkantoor. De uitbreiding met een nieuwe
vleugel is noodzakelijk gebleken om een oplossing te geven
voor het ruimtegebrek, waarmede verschillende afdelingen
steeds meer te kampen kregen. Het gereedkomen van de
verbouwing van de oude vleugel, waarin Sociale Zaken
was gehuisvest, zal nog door enige kleinere verbouwingen
moeten worden gevolgd.
Schakelstation West. Teneinde de kwetsbaarheid van de
meest vitale factoren van het bedrijf, t.w. de energie-leve
ring, zoveel mogelyk te beperken, is dit schakelstation op
gesteld, waarin binnenkort alle voedingkabels voor de op
de werf verspreide transformatorruimten zullen samen
komen.