VERHUIZING HOOFDBOEKHOUDING (V*|) NIEUWS 50 Hier wordt de slagzin werk'lijkheid: - Men kan geen feit weerspreken - Bij Wilton geen onmoog'lijklvsid, 't Is toen en thans gebleken. L. Giphart De chef van de afdeling Hoofdboekhouding, de heer L. A. M. van den Brande, was zo vriendelijk ons over de nieuwe behuizing van zijn afdeling het navolgende te vertellen, waarvoor onze dank. Redactie. Nu tie grote administratieve verhuizing in ons hoofdkantoor tot een goed einde is gebracht, heeft de redactie van het Wilton-Fijenoord Nieuws mij verzocht, mijn persoonlijke me ning over die gebeurtenis en over het ver huizen in het algemeen in ons personeels orgaan te publiceren. Om mij te documenteren over dit belangrijke onderwerp heb ik mij verdiept in de „Ver spreide Stukken" van de „Camera Obscura", waar ik verhandelingen heb aangetroffen over „Varen en Rijden", „Genoegens Smaken en ,,'s Winters Buiten", die met enige goede wil met verhuizen in verband kunnen worden gebracht. Toch zal men moeten toegeven, dat verhuizen in de winter nauwelijks aanleiding kan zijn tot het smaken van genoegens. Ik heb mij daarna gewend tot mijn lexicon en gespeurd of daarin iets te vinden zou zijn over administratieve volksverhuizingen, doch zonder succes. De encyclopaedie weidt breed voerig uit over de Grote Volksverhuizing op de drempel der Middeleeuwen, welke ver huizing meer dan 200 jaar heeft geduurd (bewaar ons doch rept met geen enkel woord van de daarbij betrokken beambten. Ik heb de bronnenstudie dan maar opgege ven en mij bepaald tot de feiten. Het eerste feit was, dat mijn kantoor met be kwame spoed moest worden ontruimd, wilde ik niet met meubilair, boeken en dossiers in de onderwereld terechtkomen. De tocht, toen de voorhoede der migratie eenmaal in bewe ging werd gebracht, ging in Zuidelijke rich ting, waar het uit den aard der zaak warm was en waar ik, na enige tijd, door barrica dering van de toevoerwegen, mij in een rus tig isolement kon verheugen. De tweede phase van de verhuizing bracht de hoofdmassa in beweging en wel in Noordelijke richting, waar het uit den aard der zaak koud was. Het is verbazingwekkend hoe snel een des kundige verhuizersploeg een kantoor met al zijn hebben en houden, het personeel incluis, kan verplaatsen. Ik had nu al ervaren, dat jalousiekasten, ladekasten, bureaux, vloer- en tafelkleden, tafels, stoelen, paperassen enz. in een handomdraai en zonder beschadiging en kele tientallen meters kunnen worden ver schoven, doch hoe zou het met het verplaat sen van drie, zegge drie brandkasten aflopen? Toen dit karweitje moest worden opgeknapt, verschenen in ons midden, geflankeerd door een aantal potige knapen, twee stoere man nen, groot en sterk als de reuzen Fasolt en Faf- ner uit Wagners „Rheingold", gewapend met zwaar gereedschap en werd het transport met forse handen aangepakt. Omdat ik altijd veel respect heb gehad voor spierkracht in actie, heb ik mij op enige afstand opgesteld en mij overigens aan mijn gewone besognes gewijd. Deze voerden mij geregeld naar gelijkvloerse kantoren, waar ik ten tijde van mijn verhaal in verbouwde gangen en zijgangen verdwaal de. Een labyrinth, maar zonder het kluwen van Ariadne om me de terugweg te helpen vinden Hoe dikwijls ben ik in die dagen in de tekenkamer Werktuigbouw terechtgeko men of aan de verkeerde kant van het dwars- schot Na een tocht naar beneden en een terugtocht naar boven, alles in de tocht, vond ik de drie brandkasten netjes op hun defini tieve plaatsen opgesteld als een turbine in een onderzeeboot jager. De vloer had de krachtproef doorstaan en de rest van het kar wei was maar een peulschilletje. Zo is dan de afdeling Hoofdboekhouding ver huisd. Zij grenst ten Noorden aan de kamer der Accountants, die met scherpe blik onze administratieve gedragingen volgen en ten Zuiden aan de Rekenkamer (Cour des Comp- tes), het niets en niemand ontziende, alom in den lande gevreesde instituut. Ik ben niet langer geïsoleerd. Wanneer men via de personeelsingang de bovenverdieping van het hoofdgebouw bereikt, schrijdt men, langs een plattegrond in klatergoud van het oude „Fijenoord", rechtstreeks mijn kamer binnen, onder een opschrift waaruit blijkt, dat ik tot Heer ben gepromoveerd. Ik heb tevergeefs getracht die bevordering te ver hinderen. Alle kantoren op de bovenverdieping zijn nu ruim en licht. De T.L.-buizen hebben in de Hoofdboekhouding hun intrede gedaan. Aan de modernisering van het kantoormeubilair (het is verbluffend welk een variatie van stij len onze voorvaderen er op dit gebied op na hielden) wordt hard gewerkt. Kortom alle

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 100