Se samensmelting NIEUWS lieer C. H. Teschmaclier, die in 1926 als in dustrieel adviseur in dienst van de onder neming trad. Algemene aandacht trok in 1926 de reparatie van het s.s. „Paris", een Frans passagiersschip van 34.600 ton, ter lengte van 230 meter. Het was het grootste schip dat ooit de Nieuwe Waterweg binnenkwam. Wilton voltooide de reparatie twee en een halve dag binnen de gestelde termijn en daarbij op een in ieder opzicht zó voortreffelijke manier, dat nadien regelmatig belangrijke orders uit Frankrijk werden ontvangen. Een grote stap vooruit was de overeenkomst met de Holland-Amerika-Lijn om de „Sta tendam", waarvan het casco was gebouwd door Harland and Wolff te Belfast, te Schie dam te doen afbouwen. De 20ste April 1927 kwam de romp van de „Statendam" te Schie dam aan. Wilton had toen reeds alle plan nen uitgewerkt om het vlaggeschip van de Holland-Amerika Lijn een proeve van be kwaamheid van de Nederlandse scheepsbouw te doen worden. Tussen het plan en de uit voering daarvan ligt echter altijd een af stand. Er was weer heel wat vindingrijkheid en het bekende Wilton-improvisatietalent voor nodig om de afbouw van de „Staten dam" oj> tijd te voltooien, terwijl andere schepen op de hellingen stonden en de ca paciteit van de machinefabriek ternauwer nood voldoende bleek om alle verplichtin gen na te komen. Men kan zeggen dat de afbouw van de „Sta tendam" de krachtsinspanning is geweest, die Schiedam als afzonderlijke bedrijfseenheid haar laatste afronding gaf. T)it nam niet weg, dat men in menig opzicht een verbrokkeling van krachten bleef waarnemen, zowel tussen de Wiltonbedrijven te Schiedam en te Rot terdam, als tussen Wilton en Fijenoord, die in de loop van de jaren, sedert Wilton zich ook op nieuwbouw en machinefabricage was gaan toeleggen, steeds meer gelijksoortig wa ren geworden. Hel blijft in het economisch leven steeds een belangwekkende vraag waar de grenzen van (K.LM.-foto) Overzicht Delf shaven 1927

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 20