#pt)0Ulö
NIEUWS
28
K
Lashal 1953
verblijf hield) stond voor een zware taak.
Bij het proces tegen de afgetreden directeu
ren gevoerd, bleek weer eens duidelijk hoe
moeilijk het was het begrip „schuld" tot
klaarheid te brengen indien men in aanmer
king wilde nemen onder welke uiterst moei
lijke omstandigheden de beschuldigden hun
taak hadden verricht en hoeveel zij dikwijls
in stilte hadden gedaan 0111 maatregelen van
de bezetter (bij voorbeeld bij dreigende de
portatie van arbeiders) te saboteren. De uit
spraak in hoger beroep leidde dan ook tot
een veel gematigder beoordeling van de
schuldvraag dan oorspronkelijk het geval was.
De ontreddering in het bedrijf was zó groot
en het gebrek aan machines en materiaal zó
ernstig, dat men eigenlijk niet goed wist waar
men het eerste zou beginnen. Daarbij kwam
nog, dat de terugkeer van gedeporteerden uit
Duitsland, van gedemobiliseerden en onder
gedoken arbeiders, de personeelformatie vol
komen onoverzichtelijk maakte. Om weer tot
een juiste administratie te komen, werd be
sloten alle ingeschreven arbeiders als wacht
gelders te beschouwen. Het herstel van het
bedrijf valt af te lezen uit het tempo waarin
de wachtgelders weer in volledig actief dienst
verband werden opgenomen:
Percentage arbeiders in actieve dienst in 1945
2 Juni 6,8 6 October 70,2
14 Juli 20,9 17 November 74
25 Augustus 56,7 29 December 85
Voor velen bestond het werk aanvankelijk
grotendeels uit „puinruimen". Enige afde
lingen kwamen echter reeds spoedig eniger
mate op orde. Het was een triomf dat reeds
de 19de Juni 1945 het eerste schip voor re
paratie kon worden opgenomen (het m.s.
„Philip Wouwerman" van de Holland-Ame
rika Lijn).
Men mocht dankbaar zijn dat de dwarshel-
ling op het terrein aan de Westkousdijk en
de gieterij op Fijenoord nog bruikbaar wa
ren. Had men, zoals wel eens in de bedoe
ling had gelegen, het gehele bedrijf volledig
te Schiedam geconcentreerd, dan zou het her
stel nog moeizamer zijn verlopen.
Nadat de door de Duitsers weggevoerde 1200-
tons platenpers was teruggevonden, kon ook
nog een gedeelte van de geroofde magazijn-
voorraad worden achterhaald. Van de ver
dwenen machines bleek echter geen enkele
meer opspoorbaar te zijn.
De ernstigste moeilijkheid voor de reparatie
afdeling was het ontbreken van de beide
grootste dokken. Gelukkig dat men tenminste
nog de beschikking had over het vaste bouw-
dok. Het herstel van het 20.000-tons dok
vorderde goed, zodat het begin 1947 weer in