NIEUWS 34 Grote smeedpers 1953 „Rijndam" (zomer 1951en de „Maasdam" (zomer 1952). Beide schepen, in hoofdzaak voor passagiers in de toeristenklasse bedoeld, werden uiterst smaakvol ingericht en trok ken ook in het buitenland sterk de aandacht. Toen in 1950 door het Koreaeonflict en door het toenemend gevaar voor uitbreiding daar van, de vraag naar scheepsruimte steeg, be schikte Wilton-Fijenoord over een technische uitrusting die de maatschappij in staat stel de vele nieuwe orders te aanvaarden. Vooral de bouw van tankschepen kon door de las techniek worden versneld. De directie, bestaande uit de heren S. van West, C. J. A. van Daalen, J. E. Woltjer en B. Wilton, kwam voor moeilijke beslissingen te staan. Wat iedere beslissing aan voorbe reiding vergt in de vorm van besprekingen, bestudering van rapporten, enz., blijft voor het oog van het personeel verborgen. Onder nemers bevinden zich nu eenmaal in de dwangpositie, dat zij tientallen jaren voor uit moeten zien en door onjuiste belegging van middelen in het productie-apparaat, hun vennootschappen met het gehele corps van medewerkers, van hoog tot laag, kunnen du peren. Bracht bijvoorbeeld de „konde oorlog" een kortstondige vleug van drukte van scheep vaartondernemingen, die zich wilden dekken tegen toekomstig tekort aan scheepsruimte? Hoe ver reikte de invloed van een „normale" verdere ontwikkeling van de tankvrachtvaart en de daarbij aan de dag komende voorkeur voor zeer grote typen tankschepen? Indien men echter rekening moest houden met de houw van tankers tot 32.000 ton, dienden daarvoor tijdig maatregelen te wor den getroffen. Na rijp beraad besloot de di rectie te laten onderzoeken of de bodem van het Wilton-Fijenoord terrein zich leende tot het graven van een reusachtig tweede vaste dok. In de zomer van 1952 vond aanbeste ding plaats voor het grondwerk voor het dok waarvan de lengte (gemeten binnenwand) 211 m. en de breedte (tussen het beton van de wanden) 31,50 m. zou bedragen. Intussen viel het effect van de stijgende be- drijfsdrukte in alle afdelingen te bespeuren. De machinefabriek werd verruimd met een nevengebouw van ongeveer 90 bij 40 meter: de inleiding voor een nog veel groter uitbrei dingsplan. De aanschaffing van kostbare nieuwe machines hield hiermede gelijke tred. De draaierij kreeg bijvoorbeeld de beschik king over een groot aantal electrisch gedre ven draai- en fraisbanken van het modernste soort. In de bouw van motoren (Doxford- en M.A.N.-motoren) werd naar verdere perfectie gestreefd. Tegelijk met het herstelde grote dok was op de 11de April 1950 de nieuwe timmerwerkplaats in gebruik genomen. De 2.000-tons smeedpers, in het bedrijf aan de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 36