NIEUWS
42
m
De Bedrijfsschool 1953
Ik kan niet nalaten eerst nog een voorval te
noemen, (lat reeds in het boek van Brusse
beschreven is. Omdat er onder de lezers zul
len zijn, die dit boek niet kennen, vermeld ik
het nog even.
De heer Henry doet zijn ronde op de werf.
Een Engelsman, blijkbaar uit zijn humeur,
nadert hem en zegt: „I say, do you belong
to this yard" en prompt komt het antwoord:
„No Sir, this yard belongs to me".
En nu nog ineer herinneringen.
Een grote baggermolen voor Franse rekening
is op de sleepreis naar Toulon in de golf van
Biscaye gebleven. De opdrachtgeefster was
hierdoor natuurlijk zeer gedupeerd en een
scherpe brief riep ons naar Parijs om de con
sequenties te bespreken. Toen wij het kantoor
bezochten zat de directeur daar met een ge
zicht, dat niet veel goeds voorspelde. De heer
Henry ging naar hem toe en vóór nog een
woord gewisseld was, zei hij: „Voila les deux
misérables de Victor Hugo". De oude heer
met zijn streng voorkomen begon onbedaar
lijk te lachen en het ijs was gebroken. Alles
liep verder vlot, doch er bleef nog een moei
lijk punt van het contract over, waarover wij
liever eerst een advocaat raadpleegden. Wij
bezochten hiertoe één der meest bekende
juristen in Parijs en wel Maitre Govare. Wij
betraden een schitterend gemeubileerde werk
kamer, waar ver weg aan zijn bureau de def
tige advocaat zat en na ons voorgesteld te
hebben begon (1e heer Henry zijn betoog met
te zeggen: „Meester Govaris, zeg ons wat
waar is". Op zijn verzoek kreeg Maïtre
Govare de vertaling, hij lachte erom en direct
was weer een gezellige sfeer tot onderhande
len geschapen.
Tenslotte nog een staaltje van slagvaardig
heid. Wilton ontving in 1927 opdracht tot af
bouw van de „Statendam". Vele outsiders
meenden toen, dat dit karwei boven de krach
ten van Wilton ging. Toen de „Statendam"
op tijd met goed succes proef gevaren had en
was overgenomen, zei één der genodigden
van wie bekend was, dat hij zijn twijfel geuit
had of dit werk niet te omvangrijk voor Wil
ton was, tegen de heer Henry: „Mr. Wilton,
mijn gelukwensen, ik mag wel zeggen, dat
ook voor zulk werk Uw naam thans gevestigd
is". Slagvaardig kwam toen het antwoord:
„Bevestigd meent U zeker".
In hoofdzaak heb ik herinneringen opgehaald
met betrekking tot de werf te Delfshaven.
Bijzonderheden in verband met de nieuwe
werf te Schiedam zijn velen Uwer bekend,
omdat die van meer recente datum zijn.
Toen de werf naar Schiedam werd overge
plaatst, nadat eerst een dozijn verschillende
plannen besproken en gekeurd was, bleven
er nog werkplaatsen te Delfshaven in be
drijf en zo moest o.a. de machinefabriek prac-
tisch geheel opnieuw geoutilleerd worden.
Men heeft toen de gehele machinefabriek
(incl. staalconstructie van het gebouw) van
(1e werf „Reiherstieg" te Hamburg aange
kocht. Deze werf was in liquidatie en ook het
20.000 tons drijvende dok heeft Wilton toen
gekocht. Dit was een begin; thans zijn
al de verouderde werktuigmachines van