m NIEUWS
9
In het voorgaande heb ik de betekenis ge
schetst, welke de dynastie der Wiltons op het
ontstaan en de groei van onze onderneming
heeft gehad; ik heb daarnaast gewezen op
het hoge zakenmoreel en de straffe principes,
welke hun gedachten en handelingen bestuur
den en die in het spraakgebruik worden sa
mengevat in de uitdrukking, de „Wilton
geest".
De waarde van deze „Wilton-geest" leert men
kennen in de inspirerende werking, welke er
ook nu nog vanuit gaat op de leiding en haar
medewerkers en welke tengevolge heeft ge
had, dat vele zakenrelaties tot vrienden voor
het leven zijn gemaakt.
Ik heb mij er tot nu toe toe bepaald de ver
diensten van de Wiltons te memoreren en
heb daarbij nagelaten de directe medewer
kers en de na hen opgetreden belangrijke
figuren in dit overzicht te betrekken. Daar
mede heb ik niet tekort willen doen aan de
vele werkers in het bedrijf, die door hun toe
wijding, technische kennis en voortvarend
heid voor het bedrijf eveneens van grote
waarde zijn geweest. De mij voor deze inlei
ding toegemeten tijd is echter wel zodanig
beperkt, dat ik mij tot de grotere lijnen heb
moeten bepalen.
Wat ik in eerste instantie getracht heb te
doen, is een beeld te geven van de plaats,
welke de onderneming ten opzichte van mens,
familie en gemeenschap is gaan innemen en
de verhouding, waarin deze geleidelijk ten
opzichte van elkander zijn komen te staan.
Deze verhouding onderging natuurlijk in de
loop der jaren grondige wijzigingen tenge
volge van het bedrijf beroerende schokken,
zowel ten goede als ten kwade.
Tot de goede mogen wij rekenen de verplaat
sing van het bedrijf van de Baan en West
zeedijk naar de Westkous, de aanschaffing
van drijvende droogdokken enz., de fusie met
het Etablissement Fijenoord in 1929 en de
verplaatsing van het hoofdbedrijf naar Schie
dam. Tot de kwade moet gerekend worden
de teruggang van de bedrijfsdrukte tengevolge
van conjunctuur-schommelingen, die zich
vooral na de le wereldoorlog sterk deden
gevoelen, waardoor velen onzer werknemers
moesten worden ontslagen en daardoor in een
wisselvallig en kommervol bestaan kwamen
te verkeren, terwijl de bezetting door de
vijand in de 2de wereldoorlog met hare funes
te gevolgen op het physiek en de geest der
mensen nog te vers in ons geheugen liggen
om daarover veel te zeggen.
Naar mijn overtuiging zal 1 Januari 1929, de
datum waarop de vereniging van Wilton en
De Staatssecr. van Sociale Zaken Mr. Dr. A. A. van Rhijn
het Etablissement Fijenoord een feit werd,
als de belangrijkste gebeurtenis moeten wor
den gezien in de geschiedenis der beide on
dernemingen. De samenvoeging toch tot één
bedrijf, met een arbeidsveld dat naast de aan
bouw eveneens de reparatie van schepen en
voortstuwingsinstallaties bestreek, verhoogde
in belangrijke mate de weerstand tegen con
junctuur-schommelingen en daarmede even
eens de bestaanszekerheid van het afhanke
lijke gezin.
Toch zou het optimistisch zijn te beweren,
dat op 1 Januari 1929 de fusie, naast een
administratieve, ook een practische werkelijk
heid was geworden. Men behoeft slechts de
figuren van de twee stichters, Bartel Wilton
en Gerhard Moritz Roentgen, naast elkaar te
stellen om te begrijpen, dat ook de bedrijven
een verschillend karakter en afwijkende
structuur te zien gaven.
Ook het Etablissement Fijenoord was evenals
Wilton in zijn soort een representatief bedrijf
en zijn stichter Roentgen verdient niet min
der dan Bartel Wilton onze eerbiedige be
wondering voor zijn technische kwaliteiten,