NIEUWS
14
De heer IF. van der Vorm tekent het receptie-album
de faam van het bedrijf tot ver buiten onze
grenzen bekend is.
Al is het niet altijd even vlot gegaan en zijn
er in bet verleden weieens harde noten ge
kraakt, de Wiltons waren wel zo zakelijk in
gesteld, dat zij inzagen, dat ook op het ge
bied van sociale verhoudingen de tijd niet
stil bleef staan.
Speciaal na de tweede wereldoorlog zijn de
verhoudingen tussen werkgevers en werkne
mers op een hoger vlak komen te liggen.
Het is een verheugend feit, dat wij als kern,
als het over arbeidsverhoudingen gaat, het
meest met de vertegenwoordiger der derde
generatie Wilton te maken hebben, n.l. met
directeur Ir. B. Wilton.
Dat er op het gebied van arbeidsverhoudin
gen nog veel te doen valt, behoeft hier waar
lijk niet gememoreerd te worden; daarover
zijn zowel werkgevers als werknemers het
eens. En dat de tijd ons dagelijks daaraan
herinnert, staat als een paal boven water.
Laten wij bij W.F. ervoor zorgen, dat wij on
der alle omstandigheden onze tijd verstaan,
tot groei en bloei van het bedrijf W.F.
En hiermede, mijnheer van West, bied ik U
de maquette aan met de
symbolische voorstellingen
betreffende het bedrijf en ik
hoop, dat deze klok onder
alle omstandigheden ons er
aan zal herinneren, dat de
tijd nuttig en efficiënt be
steed moet worden. Prof. DrP
Ik mag mij wel even voorstellen, want ik sta
in een geheel andere positie als vroeger. Ik
behoor tot de vroegere werknemers en het is
namens al die vroegeren dat ik hier spreek.
Het is een ander soort geluid dan U daar
straks gehoord hebt, dat is vanzelf, maar toen
ik, niet vanmorgen, toen was het donker, gis
teren hier op de Vlaardingerdijk stond, dacht
ik: Wat een entree, wat een entree. Geen
hoge muren, geen grote ijzeren hekken, geen
mensen aan de poort met hellebaarden, nee
je zag glundere mensen, mooi geüniformeerd
en het nodigde om binnen te komen. Het
waren onze portiers en toen ik daarbinnen
kwam zag ik in de voorjaarszon een foto-allee.
Bij die eerste was ik haast geneigd mijn hoed
af te nemen, zo duidelijk keek die kerel, die
mijnheer, je aan en aan het eind van deze
foto-allee, daar bleef ik toch even staan en
dan moet ik zeggen wat ik wel eens gelezen
heb wat de Hollanders vroeger gedaan heb
ben Er is waarlijk iets groots gewrocht in deze
100 jaren. Nog een paar stappen verder, daar
zag ik die reusachtige gebouwen, daar als ge
strooid. Het eerste leek wel een grote bunga
low, maar het was het kantoor. Zij zeggen
J. Bouman de schrijver van het gedenkboek
Namens de gepensionneerden spreekt de heer
J. P. Bouman, oud-hoofdbaas van de Timmer-
afdeling dan als volgt: