iïf> NIEUWS Er waren hier een paar goede bazen, zoals baas van Affaire en baas van Engelen. Ere hun nagedachtenis. Edele mensen en die plantten hun gedachten voort in de kern van mensen. Nu is er ook een kern, maar toen was er een andere en het zaad wat die men sen en de directie van toen gelegd hebben, daar staan nu de vruchten nog van. De directie van toen droeg-iemand iets op en 15 altijd nog het noodkantoor en daarachter weer grote ge bouwen en die waren alle maal gewrocht door die mannen en broers. Als je hun gezicht ziet dan proef je het ijzer, zij waren soms nog harder dan ijzer. Dan konden zij razen, dan was er geen land mee te bezeilen en dan kon je gerust uit hun vaarwater blijven, want dan was het fout. Er zijn vele oorzaken en factoren die hebben bijge dragen tot de bloei van de fabriek. Ik zou haast met Rotterdam kunnen zeggen Van vissersdorp tot wereld haven. Hier is het: Van sme derij tot wereldzaak. Maar ik wil nog even teruggaan tot omstreeks de wisseling der jaren 1900. Toen kwam er ineens een tekort aan be kwame vakkundige mensen met eelt op hun handen en met hersens onder hun pet. Waar moesten zij gehaald worden? Natuurlijk in de bakermat van de scheepsbouw. In de dorpen wat verder de rivier op. Zij werden gehaald, maar het viel niet mee, want de Wiltonners stonden toen niet zo hoog aangeschreven en het viel niet mee om de mensen uit hun dorpen te halen met hun gemoedelijke leven en om ze in de stad over te planten. Op het ogenblik is het emigreren naar Canada gemakkelijker dan wat de mensen toen deden. Sommigen gingen terug, want die vonden niet wat zij dachten te vinden, maar de flinke kerels die bleven, die kregen hier een geheel andere werkkring als vroeger in him dorp. Ik kom er zelf ook vandaan. Hier was het goed, hier kregen zij ander werk, meer verschillend. Het was wel eens erg gek, want soms kwamen zij van de rivier af en dan was het: Je moet vanavond nog naar Londen met die en die boot. Ik zal het wel aan je vrouw roepen. Zij gingen naar Londen. Er waren al heel gauw de besten uitgepikt. Mr. J. A. Jonkman, Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal het ging veel gemoedelijker en als het dan klaar was, dan zei men: Joh, dat heb je weer fijn voor elkaar gelapt. En dat sloeg in bij die mensen, dat waren zij niet gewend, dat wordt zo weinig gedaan. Maar het bindt, het bindt heter dan alle mooie beloften, het doet dikwijls meer dan een gratificatie. Ik bedoel maar, het slaat in, in de geest en daardoor werd er een teamgeest geschapen, tussen di rectie en mensen, tussen mensen en staf en verder tussen staf en directie en wat mijnheer van West zostraks gezegd heeft, dat noemde men de Wiltongeest en dat zegt meer dan men wel denkt. Die Wiltongeest heeft bijge dragen tot de grote bloei; dat zijn zo van die dingen, die vindt men niet in jaarverslagen of in notulen. Je kan ze ook niet uitdrukken in procenten winst per jaar. Als die Wilton geest maar vastgehouden wordt. Het is alsof je bij iemand op visite geweest bent en je vrouw vraagt: Hoe was het daar? Dan zeg je: Het stel kon goed met elkaar opschieten. Er was zo'n warme geest in huis. Dat zullen alle mannen wel eens gevoeld heb ben. Je kan ook een koude geest hebben en dan deugt het niet en nu gaat het om die warme geest, daar had mijnheer Wilton al vroeg slag van om die te benutten waarschijnlijk, want hij had in zijn eigen bureau in Rotterdam een grote open haard laten maken en daar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 65