m.s. „LANGUEDOC"
NIEUWS
8
dernemingen met 15000 arbeiders omvatte.
Deze staking, die tot 9 Januari duurde, werd
door Mr. Zimmerman bijgelegd. Aan de werk
lieden, die weder tewerk zouden worden ge
steld, zou tot 1 Februari het oude loon, ver
minderd met 5 worden uitbetaald, daarna
zou voor meerderjarigen een korting van 10%
en minderjarigen van 15 gelden.
De A.N.M.B. na 1921
In Rotterdam, waar deze staking de gemoe
deren zeer had bezig gehouden, waren toen
pl.m. 2500 arbeiders in de A.N.M.B. georga
niseerd, die onder leiding van Oosterhoorn,
Louwman en Wacht stonden. Eerstgenoemden
waren in 1920 Bayaards en Goedhart opge
volgd. De heer Wacht werd na het uitbreken
der staking uit Groningen naar Rotterdam
overgeplaatst. Naderhand is de heer Wacht
voorzitter geworden, totdat hij in 1949 gepen-
sionneerd werd en door de heer Leysen werd
opgevolgd, die helaas in 1952 overleed.
De conjunctuur daalde evenwel nog verder;
er kwam nog een tweede loonronde naar be
neden, n.l. een van 20 Tevens werd de be
paling van de 48-urige werkweek geschrapt,
terwijl in de clausule betreffende de betaling
van overuren rekening werd gehouden met
een werkweek van 56% uur. Tengevolge van
deze arbeidsverlenging bleef het weekinko-
inen der arbeiders onveranderd.
Over deze werkverlenging zijn in Rotterdam
tol 1925 conflicten van enige omvang ge
weest, n.l. staking bij de Nieuwe Waterweg
en De Rotterdamsche Droogdok Mij.
Eerst in 1929 werd de 48-urige werkweek
weer ingevoerd.
In deze tijd schommelde het aantal leden van
de plaatselijke A.N.M.B. tussen de 3500 en
de 4500. Na 1927 vindt een geleidelijke groei
plaats tot 10000 in Rotterdam (2500 in Schie
dam) in 1939. Na de oorlog loopt dit cijfer
op tot 11500; Schiedam blijft op 2500.
In 1932 brak er tenslotte nog een staking bij
P. Smit uit als gevolg van een aangekondigde
loonsverlaging van 10 Deze staking duurde
bijna 8 maanden. De loonsverlaging werd
teruggebracht tot 5
De betere samenwerking met de bonden
kwam vooral tot uiting bij de bouw van de
Nieuw Amsterdam in de jaren 1935 en 1936.
Over de verhouding met de bonden in de
oorlogsjaren heb ik niets kunnen vinden; de
na-oorlogse is genoegzaam bekend.
Rikketik, rikketik, met de regelmaat van de klok dringt
dit geluid door in onze oren als we trachten te slapen in
de nachttrein naar Frankryk. Soms een moment onregel
matig wanneer een wissel gepasseerd wordt. De slaap wil
niet lukken door dit irriterende geluid, veroorzaakt door
het passeren der wielen over de onderbrekingen der rails.
Ik telde en telde, rikketik, rikketik al maar door en dit
moet my toch in slaap geholpen hebben, want eerder dan
ons lief was werden we in onze slaap gestoord door de
wagenleider. Het eerste gedeelte zat er op en we waren
in Parys. Ondanks de vroege morgen was het op het
De diepgang afgelezen
station een hele bedrijvigheid van gesjouw met koffers en
bagage. Veel tijd hadden we niet te verliezen daar de trein
van het volgende traject reeds over een half uur van een
ander station vertrok. Vlug werd de bus genomen waar
wij op het open achterbalkonnetje onze koffer deponeerden
en wachtten tot de chauffeur zin had te vertrekken. Er
kwam op 't laatst beweging in het naar het ons toe scheen
oude vehikel. Wij vergisten ons, want er bleek meer porrie
in te zitten dan wij verwacht hadden, zodat wij voldoende
tijd hadden voor de trein naar Le Havre. Na het vertrek
knapten wij heerlijk nog een uiltje in de kussens. Precies
op tijd arriveerden wij op de plaats van bestemming. Na
een bakje zwarte koffie gebruikt te hebben gingen wij ons
doel opzoeken. Spoedig was dit gevonden en zagen we,
op de ons opgegeven plaats het M.S. „Languedoc" liggen.
Een Tankschip voor de S.F.T.P. gelijk de door ons gebouw
de M.S. „Orléanais" en „Camarque". Dit schip werd echter
in Frankrijk gebouwd waarin de door ons gebouwde Dox-
fordmotor No. 1204 gemonteerd is (Type 70LB6). Eén
van die machines welke tijdens het proefdraaien in onze
machinefabriek vele Schiedammers slapeloze nachten be
zorgde, doch welke als je haar zo gemonteerd ziet staan
in een vreemd land, gesierd met het W.F.-embleem, je als
Wiltonnees echt goed doet.
De ontvangst aan boord was echt Frans, hartelijk, zodat
wij er ons spoedig thuis gevoelden. Wij lieten ons de
Franse kost na deze reis goed smaken. Soms was het wel
eens een puzzle wat het was, maar het smaakte opperbest.
Hierna konden wij er weer tegen en werd alles in orde
gemaakt voor onze eerste tocht, namelijk het verhalen van
het schip naar de plaats vanwaar de proeftocht zou aan
vangen.
Dit geschiedde de volgende dag en was, daar de Doxford
tijdens dit verhalen mee moest draaien, een goede controle
of alles voor de proeftocht in orde was. Wij meerden aan
de kade waar de grote oceaanreuzen „United States",
„Liberté", „Nieuw Amsterdam" en vele andere regelmatig
hun passagiers debarkeren. Eén van deze reuzen de „Liberté"
lag achter ons gemeerd en de „Languedoc" was vergeleken