IN MEMORIAM NIEUWS 14 niet tijdens het afglijden door de stroom iets schuin zon gaan en aldus ongelukken veroor zaken. Natuurlijk is het niet zo, dat de laat ste stoppings weggeslagen worden en het schip tegelijk wegglijdt. Het wordt dan vast gehouden door de zgn. klinken. In iedere goot één. De klink bestaat hier uit een constructie met een stelsel hefbomen, eindigende aan de ene zijde in een zware pal, die in een opening van de slede grijpt en aldus het schip vast houdt. De door het schip uitgeoefende kracht (oplopend tot 250 ton) wordt nu door middel van het hefboomstelsel overgebracht op een klein hefboompje aan de andere zijde van de klinkconstructie. Dit is, vóór de af loop voorzien van een zwaar slot om onge lukken te voorkomen en wordt weggehaald, wanneer alle stoppings zijn verwijderd en het grote moment, waarhij alle zenuwen zijn ge spannen, is aangebroken. Nadat dan het schip is gedoopt en een zegewens is uitgesproken wordt een fles edele champagne tegen de voorsteven kapotgegooid en wordt vervolgens door de doopster een touw doorgehakt, waar door van iedere klink een pal weggetrokken wordt, zodat de kleinste hefboom, gevolgd door het gehele stelsel hefbomen, losschiet en het schip geheel vrij op de goot staat. Dan zijn dus inderdaad „de laatste beletselen" weggenomen en kan het schip zijn achter waartse beweging beginnen. Kan beginnen, omdat somwijlen een schip de hebbelijkheid bezit om er een eigen mening op na te hou den en rustig te blijven zitten. Dit hoeft niet alleen te komen door verkeerd gebruik van vetten, afschot of iets dergelijks, maar kan ook andere oorzaken hebben. In dat geval zijn er nog de hydraulische persen aan de voorkant van de sleden om het schip een klein duwtje te geven. Is het dan eenmaal in beweging gekomen, dan gaat het vanzelf wel verder. Glijdt het schip aldus steeds snel ler (±7 m/sec 25 km/uur) de helling af, dan is het zaak de geweldige bewegende staalmassa, wanneer het vaartuig geheel vrij van de helling is, tijdig af te remmen en on der bedwang te kunnen krijgen. Dit afrem men kan op allerlei manieren gebeuren, bijv. door het aanbrengen van een remschild, het laten vallen van ankers, het op de afloopweg plaatsen van remvlotten en, de nieest gebrui kelijke methode, door het laten meeslepen van hopen ketting, zgn. „peuren". De laatste wijze wordt hier eveneens toegepast; 140 t peurketting met het schip verbonden door zware staaldraden, zorgen voor het tijdig tot stilstand brengen van de geweldige massa. Is dit gelukt, dan is het de taak van de sjou wers om de onhandelbaar zware peurkabels Met diep leedwezen geven wij kennis van het plotseling overlijden van onze vertegenwoordiger te Copenhagen, de Heer R. A. ROBBERT op 13 October 1954, in de leeftijd van 81 jaar. De Heer Robbert was de nestor van onze buitenlandse agenten en heeft in feite onze onderneming gedurende 40 jaren op buitengewoon verdienstelijke wijze gediend. Velen Uwer zullen zijn markante en sympathieke figuur gedurende de fes tiviteiten t.g.v. het 100-jarig bestaan onzer onderneming hebben opgemerkt en met bewondering zijn nog zo grote vitaliteit hebben kunnen waarnemen. Door zijn charmante en brillante eigen schappen was hij niet slechts een ver tegenwoordiger bij uitstek, wiens aan hankelijkheid zo vaak op treffende wijze tot uiting kwam, maar tevens een buitengewoon toegewijd vriend van onze onderneming, welke hij zulk een warm hart toedroeg. Wij verliezen dan ook in de Heer Rob bert een trouwe en zeer gewaardeerde medewerker, wiens verscheiden op ons een diepe indruk heeft achtergelaten en aan wien wij de meest prettige en dankbare herinnering zullen bewaren. los te gooien, waarna de sleepboten het hoog op het water liggende en door grote windvang dikwijls zeer lastige schip aanvatten en naar de afbouwkade slepen. Een buitengewoon lastig en langdurig karwei, dat de grootste aandacht van de daarbij betrokkenen vraagt. Met de tewaterlating is het schip in de laat ste phase van de bouw gekomen. Daar de romp in hoofdzaak gereed is, volgt nu de ge hele verdere afbouw, bestaande uit dekhui zen, machine-installatie, inrichting etc., kort om alles wat nodig is om het nu nog lege casco tot een uiterst moderne, drijvende traan- kokerij te transformeren. Een schip, dat aan alle buitenlandse concurrentie het hoofd zal kunnen bieden en de Nederlandse industrie de nodige traanolie zal bezorgen, die nodig is om de mensheid van margarine te kunnen voorzien. A. Priester.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 16