v
KENT U DE HEER
OP ONDERSTAANDE FOTO?
NIEUWS
24
ken. Wat te denken als het 's nachts gere
gend heeft en er 's morgens zo'n tiental kap
pen in het gereedschapmagazijn wordt inge
leverd, die bedorven zijn doordat ze zijn nat
geworden. Wat een geld wordt zodoende no
deloos tussen schip en kade gekeild. En zeg
nu niet: „wat kan mij dat schelen*' of iets
dergelijks, want dan hoort U niet thuis in
deze en in geen enkele werkgemeenschap.
Maar goed, we hebben dit nu geconstateerd
en U gaat natuurlijk van nu af aan Uw leven
beteren. Trekt U op aan die heel velen, die
hun kappen niet zo vlug „mollen".
En nu nog even de aandacht van de lassers,
die met hun hoofdkap in de hand lassen.
Dat is knudde lui. Zeker 95 zet de kap wel
op het hoofd en zou dat bij jullie niet kun
nen? Deskundigen zeggen: „Allemaal poespas
van die knapen". Het is voor Uw werk en
vele andere dingen noodzakelijk, dat U twee
handen vrij hebt en dus: de kap op Uw hoofd.
Sp.
MEEDRAAIENDE VOORWERPEN
BIJ HET BOREN
„Bij het boren van een werkstuk draaide het
te boren werkstuk mee en getroffene kreeg
een verwonding zus of zo". Dat lezen we vele
malen in de dagelijkse rapporten van de Ge
neeskundige Dienst. En dat nemen we niet
op zo'n veilig bedrijf als het onze. Daar moet
een eind aan komen, lui. We kunnen zoiets
niet verdragen. Zet het te boren werkstuk
vast op de boortafel met de bestaande klem
of met een geïmproviseerde, dat is altijd te
doen. Sp.
WAS DE HELMENPROPAGANDA
ZO SUGGESTIEF?
Door zijn zeer drukke werkzaamheden
voor het bedrijf - zoiets slokt nu een
maal de gehele mens op - wilde één
onzer directeuren er weieens geheel
„uit" zijn en ging daarom met zijn
vrouw naar de Schouwburg. Van het
geheel eruit zijn kwam helaas voor onze
directeur niets terecht. In het toneel
stuk, dat die avond werd opgevoerd
kwam n.l. een samenspraak voor over
een soort slaaphelm. Een dame uit pl.m.
1900 met een „sluimerhelm"zoals
men deze noemde. „Helmen, helmen,
valhelmen, W. F. helmen", dacht onze
directeur, waarmee hij dus weer met
een „erin" teas.
Toen tv ij dit hoorden dachten we:
„Laat'ie fijn zijn." F. S.
Het is de baas van onze afdeling IJzerwerkers
en specialist voor het Marinewerk, Jan Her
wig. Jan heeft gezegd: „Zo'n helm is moord
dadig. Ik ben d'r weg van, maar één ding
mankeert er nog aan: het tocht zo op m'n
kale kop".
Nou zit Jan nooit voor één gat gevangen en
ook deze keer niet, want wat heeft de linkerd
gedaan? Hij heeft een oude vilthoed geno
men, de rand er af geknipt en de bol keurig
in de helm gemaakt. Heel eenvoudig, een
kind kan de was doen.
,,'k Heb het vette randje eraf geknipt", zei
Jan. Het is een goede tip voor anderen, die
dun van haar zijn of een schedel hebben ge
lijk een gepeld eitje. F. S.