(Jj|) NIEUWS 8 Onze President-Commissaris in gesprek met de President van de Nederlandsche Handel maatschappij kelijk zijn geweest voor onze aandeelhouders. Maar wij beseften, dat onze Maatschappij ook nog een andere taak had te vervullen, name lijk haar bedrijf voort te zetten ten bate van de Nederlandse Volkshuishouding. En daar om werd besloten te pogen de zaak door te zetten. Toen deze principiële keus gemaakt was, wer den onderhandelingen aangeknoopt met de Regering, betreffende de financiering van een nieuwe vloot, die zou moeten bestaan uit een groot, modern fabrieksscliip en een krachtige jagervloot. Tot onze grote voldoe ning kwam een belangrijk contract met de Regering tot stand, waarbij deze bepaalde garanties op zich nam voor de financiering van het project. En als resultaat daarvan konden wij, vandaag precies drie jaar geleden, onze handtekening plaatsen onder het bouwcontract voor het machtige schip, dat zoëven in zijn element is gegleden. Dat wij deze bouw aan Uwe Maatschappij, Mr. van West, hebben kunnen toevertrouwen heeft ons bijzonder verheugd. De relaties tus sen onze beide firma's zijn reeds van zeer oude datum, en wij wisten bij ervaring, dat, wanneer dit schip op Uwe werf gebouwd zou worden, wij de beste waarborgen zouden heb ben, dat ook een zo moeilijk en ingewikkeld object als een moderne walvisvaarder in alle opzichten goed aan ons zou worden afgeleverd. Nu is het dus reeds zo ver, dat bet schip voor de kade ligt, en wij twijfelen er geen moment aan, of straks zal het na succesvolle proef tochten ook zó tijdig door ons van U overge nomen kunnen worden, dat wij er in October 1955 voor de eerste maal mee uit zullen kun nen varen naar de Antarctische wateren. Ofschoon pas bij de aflevering het aandeel van alle, bij de bouw betrokkenen uiteinde lijk geheel gewaardeerd kan worden, willen wij als Directie niet nalaten reeds thans enige woorden van dank uit te spreken aan hen, die tot dusver mede hebben gewerkt aan hel voorlopige resultaat, zoals wij dat vandaag te water hebben zien gaan. In de eerste plaats, Mevrouw Mansholt, wil ik U namens Commissarissen en Directie van onze Maatschappij hartelijk dank zeggen voor de eer, die U ons hebt willen aandoen, om de doopplechtigheid te verrichten. Moge door Uwe naamgeving een goed omen gelegd zijn op dit trotse schip, het grootste van de Neder landse koopvaardijvloot. En moge U en Uw echtgenoot nog vele jaren getuigen zijn van zijn voorspoedige reizen. U, Excellentie Mansholt, zouden wij op deze plaats gaarne onze grondige dank willen uit spreken voor alles, wat U hebt willen doen, om ons te helpen Nederland opnieuw een blijvende plaats te laten innemen in de inter nationale Walvisvaart. Door Uw grote belangstelling voor onze zaak. en in het bijzonder door het vertrouwen, dat U getoond hebt in onze Maatschappij te be zitten, is het bekende contract met de Rege ring tot stand gekomen. Ik hoop, dat wij ons steeds dit vertrouwen waardig zullen blijven tonen, en op de meest aangename wijze zullen mogen blijven samen werken met alle Overlieids-instanties, voor de verdere bloei van de Nederlandse Walvisvaart industrie. En tenslotte wil ik ook U, Mr. van West, en met U, allen, die bij Wilton-Fijenoord met zoveel enthousiasme hebben gewerkt aan de bouw van dit schip, van harte gelukwensen met de succesvolle stapelloop. Dat het groot ste schip van ons Vaderland vandaag van Uw werf te water is gelopen zal ongetwijfeld ook U allen tot grote voldoening stemmen. Op dezelfde helling wordt straks de kiel ge legd voor onze motortanker „Bussum", en wij hopen, dat nog vele andere opdrachten onzer zijds het bewijs zullen zijn van het voortduren van onze bijzonder aangename relaties.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 10