25 NIEUWS harpoen en niet meer van de handharpoen. De commandeur, tevens uitvinder van de vuurpijlbomharpoen, was C. J. Bottemanne, die vangsten deed op vinvissen in de buurt van IJsland in 1870, '71 en '72. Aangezien de resultaten naar het oordeel van de rederij te gering waren, is men er mee opgehouden. Po gingen tot herstel in 1875, 1877 en ook later nog, hebben niets opgeleverd en eerst na de tweede wereldoorlog, in 1946, begon ons land weer mee te doen door de oprichting op 22 Februari 1946 van de „Nederlandsche Maat schappij voor de Walvischvaart N.V.", in Amsterdam, staande onder de directie van Vinke Co. De „Willem Barendsz I" van deze Maatschappij maakt nu zijn 9e reis. Het volgend jaar, 1955, zal de „Willem Barendsz II" het werk overnemen en wordt het eerste schip een tankboot voor traanvervoer. Verreweg het voornaamste gebied van de vangst is nü de Zuidpoolzee en daar vangen acht naties met 24 moederschepen, die traan- fabrieken zijn, uitgerust met omstreeks 240 iachtboten of jagers. Vóór 1600 was er van de Zuidelijke IJszee niets bekend, al was dan in 1520 F. de Magal- haens de Zuidpunt van Zuid-Amerika omge varen, in 1598- 1601 gevolgd door de Neder lander Olivier van Noort, de vierde die de aarde omzeilde. Voor ons onderwerp is van belang de reis van 1615-1616 van onze landgenoot Jacques Le Maire, de zoon van een rijk koopman in Amsterdam, Izaiik Le Maire en Maria Wal raven. Jacques, de oudste zoon van de 22 kin deren van liet echtpaar, werd geboren in 1585 en zeilde in 1615 uil met twee schepen, de „Eendracht'' en de „Hoorn". De expeditie, door de vader betaald, had tot doel Indië te bereiken via de Zuidpunt van Zuid-Amerika, waarbij vooral de doortocht door Straat Magalhaens moest vermeden worden, aange zien dat gebied nog behoorde tot het octrooi van de Oostindische Compagnie. Dus voer Jacques Le Maire bezuiden genoemde Straat en ontdekte het Zuidelijkste punt van Zuid- Amerika, Kaap Hoorn, zo genoemd naar zijn schip, dat kort tevoren door brand was ver nield. Daar, bij Kaap Hoorn, zag Le Maire in Januari 1616 veel walvissen, zo „dat men gestadig daarop moest passen met aanloeven en dragend houden om de walvisschen te mij den en ze niet op het lijf te zeilen". Dit be richt is het eerste over de rijkdom aan wal vissen in het Zuidpoolgebied. De Zuidpool- vaarders James Cook en James Clark Ross hebben later de berichten van Le Maire be vestigd, 1773 en 1840. De rest van de reis van Le Maire zou ons te ver voeren; ik verwijs daarvoor naar „de Gids", deel IV, 1865, waar- Commandeur C. J. Bottemanne, t 1906Haarlem. Uitvin der van de vuurpijlbomharpoen en Commandeur van de Noordkapervan Rotterdam1870*71 en *72. in Dr. R. C. Bakhuizen van den Brink deze reis uitvoerig behandelt. Alhoewel men dus wist, dat er overvloedig walvissen in de Zuidpool waren, heeft het nog tot het begin van de 20e eeuw geduurd, voor dat men met de vangst begon. In 1892, 1893 en 1894 en wederom in 1901, 1902 en 1903, heeft de Noor Carl Anton Lar- sen uitgebreide reizen in de Zuidelijke IJszee gedaan en wees hij op de mogelijkheden van een rijke vangst. Na enig dralen ging Noor wegen daartoe over en vanaf «lat ogenblik be gon de moderne walvisvaart, die eerst vele jaren geheel in Noorse handen was. Later voegden zich andere belanghebbenden hierbij en nu vangen acht naties in Antarctica. Behalve Larsen (1860-1924), heeft nog een andere Noor, Svend Foyn (1809 - 1894) grote verdiensten voor de moderne walvisvaart ge had. Hij heeft n.l. in 1863, na lange proefne mingen, de moderne harpoen uitgevonden, die vanuit een klein kanon op de walvis wordt afgeschoten. Het principe van die har poen is hetzelfde als dat van de bovenge noemde vuurpijlbomharpoen van Bottemanne van 1870. De schepen werden groter en groter gebouwd en in 1925 werden zij geleidelijk voorzien van de „slip-way" om de gedode dieren aan boord te kunnen hijsen. Zo heeft zich in de laatste dertig jaar de moderne walvisvaart tot een groots en gewel dig bedrijf ontwikkeld. Op nadere bijzonderheden en op de beteke nis ervan in onze samenleving hoop ik nader terug te komen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 27