it nummer van ons Wilton-Fijenoord Nieuws verschijnt op een tijdstip waarop het einde van het jaar in het zicht is en vanzelfsprekend richten zich daarbij onze gedachten op de komende feestdagen die er de glans en inhoud aan geven. De mens ondergaat waarschijnlijk meer dan hij zich bewust is de invloed van de in de natuur werkende krachten en de in haar optredende verschijningsvormen. De in hem opgewekte gewaar wordingen en reacties zullen in de lente en zomer van andere aard zijn dan in de herfst en winter en de intensiteit ervan zal afnemen al naar gelang de levenskrachten in de wereld om hem heen aan sterkte gaan verliezen als gevolg van het terugwijkende zonlicht. e sfeer van verstilling welke geleidelijk over de natuur valt waar te nemen schijnt wederkerig in de mens een meer bezonken, naar binnen gekeerde houding, op te wekken. Hij komt er gemakkelijker toe zich met dingen van geestelijke aard in te laten en zich in de studie en lectuur van diverse problemen te verdiepen; kortom de physieke activiteit zal voor een deel plaats maken voor een van meer geestelijk karakter. En de aldus tot nadenken gekomen mens zal de neiging hebben niet slechts met de uiterlijke kant der dingen genoegen te nemen doch daarachter te zoeken naar hun oorzaken en hun onderling verband. Het zal hem daarbij niet ontgaan dat in deze donkere laatste maand, waarin wij dagelijks het vergaan van de zichtbare vormen in de natuur waarnemen, te zelfder tijd de troostende zekerheid in hem is van de naderende heropstanding van een nieuw leven. Zo zal de voortschrijdende inkrimping van het dag licht voor hem draaglijk worden in de wetenschap dat met de kortste dag de zon zijn levenbrengende reis over het Noordelijk halfrond begint en dat het aftikken der laatste minuten van het oude jaar tevens de aan kondiging betekent van het nieuwe, waarnaar zijn hoopvolle verwachtin gen en goede voornemens uitgaan. Hij zal tenslotte met verwondering opmerken dat deze donkerste periode van het jaar, waarin alles aan het tijdelijke der dingen herinnert, samenvalt met het herdenkingsfeest van de geboorte van Christus en van het onvergankelijke Licht dat Hij aan de Westerse wereld bracht. ij zali Hit alles doorvoelende, begrijpen, dat men van brood alleen niet „leven" kan doch dat als noodzakelijke aanvulling bet geestelijk voedsel niet ontbeerd kan worden; en eveneens dat met de wens van „een gelukkig Kerstfeest en een voorspoedig en gelukkig Nieuw Jaar waarmede ik ook namens mijn collega's deze regels wil beëindigen, zowel het stoffelijke welvaren als het geestelijke complement wordt bedoeld. S. v. W. Voor de inhoudsopgave wordt verwezen naar de voorlaatste pagina.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1954 | | pagina 2