Onderzeebootjagers en Vacantieoorden
Kennismaking met Overijssel
Waarom
Zwolle
door Mr. J. C. de Wit,
7
NIEUWS
is de IJssel dan ook maar een zijtak van
de Rijn, zij is er niet minder belangrijk
om: niet alleen omdat zij reeds vroeg in de
geschiedenis een verkeersweg van betekenis
was, maar ditmaal in liet bijzonder omdat
- voor U gezien - aan de overkant Overijssel
ligt en 'tis immers de bedoeling, dat zij die
de nr. 729 bonwen, (die straks Hr. Ms. onder
zeebootjager „Overijssel" zal worden), iets
over onze provincie horen. En dan liefst niet
wat U er vroeger op school al over hebt ge
leerd.
Juist aan de IJssel als oude vaarweg ontston
den al vroeg nederzettingen en dat enige
daarvan naderhand Hanzesteden werden, be
hoeft niet te verwonderen. In Overijssel lagen
er drie: Deventer, Zwolle en Kampen, waar
bij dan direct gezegd moet worden, dat
Zwolle geen IJsselstad is, hoewel heel vroeger
wel een belangrijke zijtak er dicht bij kwam,
maar ontstaan is op het punt waar de Over
ijsselse Aa en nog enige weteringen zich ver
enigden tot het Zwartewater, op een panne-
koekvormige verhoging temidden van moe
rassen en poelen.
Overijssel bestaat uit drie delen: de zoge
naamde Noordwesthoek, Salland en Twente,
alle drie geheel verschillend naar landschap
en aard der bevolking.
De Tukkers, dat zijn de bewoners van Twen
te, die hun nijver gebied het belangrijkste
deel der provincie achten en vinden dat
Enschede als grootste stad nu ook maar eens
de hoofdstad moest worden, zullen het wel
goed vinden, dat van ons schrijvend drietal
de Zwollenaar toch nog maar het eerst van
wal steekt.
De provinciale hoofdstad met haar ruim
52.000 inwoners, ligt als een spin in zijn net,
op een knooppunt van spoor-, water- en land
wegen. Omstreeks 1040 was er al sprake van
een plaats Swolle, die in 1230 stadsrechten
verkreeg van Willebrand van Oldenburg, bis
schop van Utrecht. Een beeld van St. Michael,
de beschermheilige der stad, prijkt op de
spits van de hoofdingang der Grote Kerk.
Hierbinnen vindt men het, na de verwoesting
van de binnenstad van Rotterdam, grootste
barokorgel van Nederland in 1720 gebouwd
door de beroemde Arp Schnitger van Ham
burg en zijn zonen. Vele oude gebouwen in
de binnenstad, waaronder drie vroegere
kloosterkapellen, getuigen nog van de groot
ste bloeiperiode in de late middeleeuwen.
Thomas a Kempis mediteerde er in het bui
ten de stad gelegen klooster op de Agnieten-
berg, terzijde van de weg naar het Noorden.
Later werd Zwolle een sterke vesting, tendele
onder Maurits aangelegd, waarom echter
nimmer is gestreden. De Sassenpoort is waar
schijnlijk wel de mooiste en meest gaaf be
waarde in de Noordelijke Nederlanden. Wie
belangstelling heeft in oude gebouwen en
Hoofdredacteur Provinciale Overijsselse
en Zwolse Courant, te Zwolle
mooie 16de en 17de eeuwse gevels zal van
een bezoek aan Zwolle geen spijt hebben en
mogelijk ook zijn genoegen beleven aan de
zwanen in de mooie stadsgrachten en de on
overtrefbare Zwolse „steken", balletjes uit
blanke suikerstroop vervaardigd. Komt hij op
een Vrijdagse marktdag dan zal bij nog veler
lei streekdracht, in het bijzonder uit Stap
horst, kunnen zien, mogelijk de Zwolse vier
ling, in de oorlog geboren, tegenkomen en
constateren dat de veemarkt niet voor niets
de vierde of vijfde van ons land is. Hij zal
ook zien, dat er na lange jaren van stilstand
weer uitgestrekte nieuwe wijken gebouwd
worden, dat er zich nieuwe industriële be
drijven hebben gevestigd - na de oorlog o.m.
Philips, Stork en Lemet Chromium - om
Peperbusgezien vanaf het Zwarte Water.