o< I 19 NIEUWS t'O' •5p 1 m I CM U)\ [COT dek zijn verder nog twee motorboten voor 65 personen geplaatst. Nog weer verder opstijgende komen we op het Bovenbmgdek met hutten officieren, administrateurs en bedrijfsingenieurs. Weer verder opgaand is daar het Stuurbrugdek waar o.a. de appartementen van de kapitein zijn gelegen, de kaartenkamer, de radiohut, de plotting-room en het stuurhuis. In de laatste ruimte zijn twee radar-apparaten opgesteld, ter wijl een derde is opgesteld in de „plotting-room", waar de algehele leiding van de walvisexpeditie wordt geregeld. Im mers het is zaak de mijlenver uitzwermende catchers naar het moederschip terug te leiden. Ook moet de plaats bepaald worden waar een jager een walvis heeft geschoten en dus de boeiboot heen moet varen. De posities worden dan aangegeven op een grote perspex-ruit, waarop concentrische cirkels en een windroos-verdeling zijn aangebracht. Het middelpunt van deze cirkels is dan het moederschip zelf en de jagers kunnen op de doorzichtige ruit aangegeven worden. De omvangrijke radio apparatuur bestaat uit 2 radiopeiltoestellen, 2 telegrafiezen- ders (600-700 m golflengte), 2 zenders voor telegrafie en telefoon, 1 zender voor de korte golf en 2 zenders voor tele fonie. Bij elkaar een electronische afdeling, die men op een dergelijk schip niet zou verwachten. Andere apparatuur zijn hier nog een echo-lood (dieptepeiling), een electrische log (snelheidsmeting) en een koersschrijver. Enthousiaste bezoekers kunnen nu nog hogerop naar het Top- dek, waar men van een hoogte van 26 meter hoven de water spiegel een schitterend uitzicht heeft. Enigszins uitgerust van de vermoeienissen wordt nu de terug tocht aanvaard en aangekomen op het slachtdek, rest ons al leen nog een tocht door de fabriek om volkomen op de hoogte te zijn met dit wondere product van de Nederlandse Industrie. Inderdaad kan hier weer worden gesproken van een product van niet alleen Wilton-Fijenoord. Vele onderdelen, machine rieën, radioapparaten etc. zijn immers door andere bedrijven geleverd. Ook zijn verschillende werkzaamheden, mede door het grote tekort op de arbeidsmarkt, uitbesteed aan onder aannemers. Zo is ook de fabriek, waarheen wij ons nu begeven, grotendeels in samenwerking met een Duitse firma uitgevoerd. Langs een trap, gelegen aan het einde van het slachtdek vlak bij de slipway, komen we in de fabriek. Daar zien we een installatie, in een ruimte van 118 m lang, 27.5 m breed en 5.20 m hoog, bestaande uit grote horizontale kookketels (19 stuks), meettanks, separatoren en eindeloze meters pijpleiding. De werking van deze fabriek is nu als volgt (waarbij wij ons niet in bijzonderheden zullen verdiepen). Zoals reeds vermeld worden de cadavers op het achtereinde van het slachtdek van het spek („blubber") ontdaan. Dit wordt via de grote gaten in de dekken in twee spekkookketels aan BB-zijde (linkerkant van het schip) of in één dergelijke ketel aan SB-zijde gedepo neerd. De spekketels onderscheiden zich van de beenderketels, doordat ze zijn voorzien van twee z.g. voorkokers. In de grote ketels draait een binnenketel (geperforeerd), die voorzien is van 10 cm hoge spiraalvormig verlopende ruggen, welke 4 mm vrij blijven van de buitenketel. In alle ketels wordt de spek-, vlees- of beendermassa eerst met warm (zout) water gewassen, dan onder toevoeging van warm water gekookt en geroerd onder een druk van circa 4 atmosfeer. Vanuit de ketel wordt de inhoud overgeperst naar de separator (waarbij eventuele granaatsplinters bij het verlaten van de kookketel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1955 | | pagina 21