NIEUWS 20 Kookketels worden opgevangen). In de separator, waar van iedere ketel er één heeft, wordt de traan- massa grotendeels van de verontreinigingen („grax") gescheiden. Vanuit de separator gaat de gewonnen traan naar een bezinktank: dit nog steeds onder een druk van 4 atmosfeer. In tegenstelling tot de separator, waar liet scheiden van traan en grax geschiedt door roeren, gebeurt het in deze tank door rustig laten bezinken. Vervolgens wordt de traan via zuig- en persfilters naar het traancentri- fugehuis geperst. Daar wordt onder toevoe ging van heet (zout) water in tien centrifuges de traan van water en verontreinigingen ont daan. Via meettanks op het fabrieksdek, traanpompen en traankoelers komt deze vol komen gereinigde traan dan in de ladingtanks. Ook worden nog de afgescheiden massa's in de separatoren etc. (de „grax"), bewerkt om de daarin achtergebleven traan te winnen. Vanuit de separatoren gaat deze grax onder 4 atm druk naar 4 blowtanks, wordt daar ge roerd, vandaar naar 12 schud- of trilzeven. De uit deze zeven geschudde vloeistof (lijm water), wordt naar lijmwaterbezinktanks ge perst. De traan wordt nu in centrifuges afge scheiden, nadat het lijmwater verwarmd is in verwarmingstanks. Deze traan wordt dan weer naar de traanbezinktanks gevoerd en in het hoofdproces opgenomen. Zelfs wordt de in de zeven achtergebleven grax nog benut. In persen wordt er nog enig lijmwater uitgeperst. De dan overgebleven stof kan verwerkt worden tot vismeel, llest nog te vermelden, dat de enorme walvis lever eveneens verwerkt wordt en wel om er een tamelijk prijzige vitamine olie (vit. A) uit te winnen. Het onderstaande verwerkingsschema zal deze woordenstroom ongetwijfeld beter tot zijn recht doen komen. Bezitten de „excursionisten" nog genoeg ener gie om af te dalen naar het onder het Fabrieks dek gelegen Tankdek, dan zien zij aan het begin van dat dek de automatische weeg- en zakkenvulinstallatie. De zakken vismeel wor den in de twee eerste tanks (geheel dwars over) op houten rekken geladen en indien de tanks vol zijn ook op het tankdek. Dit dient met grote voorzorgen te geschieden, daar het meel sterk aan broeiing onderhevig is en steeds de temperatuur in de gaten gehouden moet worden. Onder dit Tankdek zijn de ge weldige tanks (48 in het geheel) gelegen. Tussen tank 6 en 7 de pompkamer, waar 4 stoom-duplex-eompound ladingpompen, 500 ton olie of traan per uur kunnen verpompen. Aan het einde van deze trip gekomen willen wij dan nog enkele data over de „Willem Barendsz'' geven, terwijl de eveneens door de N.R.C. ter beschikking gestelde tekening over twee pagina's veel zal verduidelijken. Kiellegging: 2 November 1953 door Directeur G. F. Warnderink-Vinke. Tewaterlating: 20 November 1954. Oplevering: 9 Juli 1955 (officiële proeftocht). Uit deze rondwandeling over dit nieuwe schip heeft U (misschien) een indruk gekregen van het geweldige werk, dat verricht moest Trganroroduietie. 8oot/dag Vitrrgtl ioeet/ttaoen schud-U«n tril. 0 r<h*n perifln

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1955 | | pagina 22