WALVISKLACHT
Weest waakzaam, vrienden en vriendinnen
Die grote walvisboot is klaar,
en spoedig gaat de jacht beginnen,
t wordt voor de walvissen weer zwaar.
En komt die knaap ons ook belagen
De „Willem Barendsz ligt gereed!
Dus helpt geen smeken en geen klagen.
Ze vangen ons straks bij de vleet.
Als nu de mens ons at als walvis,
dan zou ik er nog heil in zien.
Maar koken tot het gele zalf is,
gebruiken in de margarien,
daartegen moet ik protesteren,
Ik heb per saldo walviseer,
Als U niets anders gaat proberen,
dan wordt ik straks een wal'vis weer.
Dan zitten jullie met die boten.
Ik pleng geen „traan" van medelij.
Ik vul niet meer Uw botervloten,
maar wandel vrolijk in de wei.
Dus mensenlief, zo kan 't niet blij ven.
Maakt nu van ons niet enkel „traan".
De walvismannen en bun wijven
vinden zo'n einde te profaan.
De zeep en parfumapparaten,
de lippenstift uit ons bereid:
daarover valt nog wel te praten.
We voelen ons daarmee gevleid.
Te weten, dat veel mensenvrouwen
Van ons iets dragen op 't gelaat
is wel plezierig voor een ouwe
Walvis, die in de kookpot gaat.
Walvis.
Voor de inhoud wordt verwezen naar de laatste pagina binnenwerk.