41
NIEUWS
HET LABORATORIUM GERESTAUREERD
Op 30 Juni was het zover, dat aan de ver-
nieuwingskuur van het „lab"' een eind was
gekomen. Dit werd enigszins officieel gevierd.
Onze directeur Ir. B. Wilton, enkele hoofd
ambtenaren, het voltallige laboratorium-per
soneel en enkele anderen werden door Ir.
A. J. Goedkoop toegesproken in het herboren
„lab".
Spreker dankte de directie voor de uit
voering van de destijds genomen beslissing
om het oude gebouw eens een goede beurt
te geven. Tevens dankte hij de heer J. D.
Uyterlinden en diens medewerkers voor de
wijze, waarop dit karwei werd uitgevoerd.
Zowel van de zijde van het Bouwbedrijf als van
de kant van het laboratoriumpersoneel werd
veel gevergd om alle werkzaamheden voort
gang te doen vinden op de minst storende
manier. Daarbij werd van weerszijden veel
inschikkelijkheid betoond. De heer G. Huis
man - de oudste medewerker van Ir. Goed
koop - mocht ook hiervoor woorden van
dank ontvangen. Spreker zeide verder, dat bij
alle tevredenheid toch altijd nog enige on
voldaanheid bestaat. Omdat het laboratorium
nog een vrij jonge loot is aan de W.F.-stam
(in 1946 met drie medewerkers begonnen en
tot op heden uitgegroeid tot twaalf employés)
is het nog altijd in zijn ontwikkelingsperiode.
Er zijn volgens spreker, nog meer mogelijk
heden voor een modern laboratorium op een
scheepswerf als de onze. Met de bekende woor
den van Churchill: „U geeft ons de spullen
en wij doen het karwei" beëindigde de heer
Goedkoop zijn toespraak.
Geheel in stijl vraagt spreker dan aan Ir.
Wilton of deze als openingssymbool - een
soort van eerste steenlegging - een scheikun
dige proef wil verrichten. De heer Wilton
voldeed gaarne aan het verzoek en kleedde
zich voor zijn taak in de deftig aandoende
witte jas, het kenmerk van de echte labora
toriumman. De proef bestond uit het contro
leren van de zuurgraad van koelwater afkom
stig van een Doxford-motor.
Vlot verrichtte onze directeur de nodige
handgrepen, waarbij hij absoluut niet karig
was met de grondstoffen en hij bewees ons,
dat de scheikundelessen in zijn jeugdjaren
niet zonder vrucht aan hem waren voorbijge
gaan. Wellicht hebben sommige aanwezigen
de stille hoop gehad, dat het een werktuig
bouwer niet zou gelukken om hier het werk
van een technoloog (Delftse afkorting voor
gifmenger) te verrichten, maar de witte jas
doet bij zo iets wonderen: de proef slaagde
naar wens.
En daarmede was officieel het vernieuwde
„lab" ingewijd. De heer Wilton beantwoordde
de rede van de heer Goedkoop en vertelde
een en ander over het voorspel van deze ver
bouwing: een bezoek aan dit gebouw in het
verleden. Dit had hem er toe gebracht een
gesprek te voeren met zijn collega's. Het re
sultaat was dan deze vernieuwing. Natuurlijk
blijven er altijd nog wensen en verlangens,
waarvan er één zou luiden: een apart labo
ratoriumgebouw. Ook spreker had lof voor
de wijze waarop het personeel zijn taak heeft