NIEUWS
6
Klokkestoel te Oldekerk
klooster gesticht, het klooster van de kuische
Maria. De huidige omgeving ervan heet nog:
de Kuzemer en de weg daarlangs: de Munni-
keweg, d.i. de weg, die de monniken gingen.
Deze monniken zijn ware cultuur-brengers
in zeer ruime betekenis geweest. Ca. 1290 is
dit klooster helaas opgeheven.
Tegen het eind der 12e eeuw had de gemeen
te 3 kerken, nl. te Oldekerk (voorkomend
in het wapen der gemeentel, te Niekerk en
te Faan. Alleen de kerk te Niekerk is blijven
bestaan en vormt nog steeds een karakteris
tiek, gedeeltelijk romaans bouwwerk in het
hoofddorp der gemeente. De noordzijde er
van is zelfs nog grotendeels opgetrokken uit
het zo merkwaardige en zeldzame tuf-steen.
De in de oude kerk te Oldekerk aanwezige
klok werd opgehangen in een zg. klokke
stoel, die (vernieuwd) nog steeds aanwezig
is en voor de provincie Groningen als een
bijzonderheid mag gelden.
In het begin van de 18e eeuw doet opeens
van zich horen de te Faan in de borg Bijma
wonende grietman en vrede-rechter van Oos-
terdeel en Langewold: Rudolph de Mepsche.
In de historie van elke gemeente schijnen
zwarte bladzijden te moeten voorkomen. De
wijze, waarop deze zijn verdachten tot be
kentenissen wist te brengen en de daarbij
plaats vindende folteringen, hebben in deze
omgeving nog zeer lang een gevoel van felle
afkeer opgebracht. Het is een hachelijk on
dernemen om als décharge aan te voeren,
dat zijn tijd voor alles prijs stelde op het straf
fen der schuldigen en men z'n rechtsgevoel
juist daarin bevredigd zag. De borg Bijma
heeft tot 1858 huisvesting verleend aan de
burgemeesters dezer goede gemeente Oldekerk,
aan wie, en zulks doet mij met gevoelens van
ambtelijke solidariteit zeer goed, nimmer
wreedheden ter bereiking van hun doel zijn
toegeschreven.
In deze gemeente, met z'n goed bewaard
plattelands-karakter, leeft en werkt thans een
bevolking, die zich van dag tot dag naarstig
toelegt op landbouw en veeteelt. De bodem-
productiviteit is in niet geringe mate met be
hulp van de Cultuur Technische Dienst op
gevoerd door drainage, ruilverkaveling en de
ontsluiting van landbouwgebieden. Wil van
het bedrijf maximaal worden geprofiteerd -
en de huidige tijd eist dit - dan is een gede
gen kennis van een goede bedrijfsvoering no
dig. De jonge boer ontvangt vrijwel zonder
uitzondering zijn eerste vak-teclinische ont
wikkeling aan de aanwezige lagere landbouw
school. En hoe klein de omvang der veeteelt
bedrijven ook moge zijn, allen zien zich ge
plaatst voor de grote vraagstukken van de
bestrijding van runderhorzel, tuberculose (in
1956 zullen alle stallen tbc-vrij zijn!), het
mond- en klauwzeer en thans ook van de
abortus bij het rundvee. Ook de melk-con-
tröle vindt bij de grotere bedrijven, die over
selectie-mogelijkheden beschikken, grote aan
hang. De kunstmatige inseminatie heeft reeds
enkele jaren zeer gunstige resultaten geboekt.
Ook geen klein onderdeel mag bij het moei
zaam welvaarts-streven worden veronacht
zaamd Uit het Gronings volkslied is hier ten
volle van toepassing: .moar rustig waarkt
en wuilt het volk
Als reeds gezegd, de industrie verkreeg in
vroeger tijden geen vestigingskansen. De
structuele werkloosheid doet zich in Olde
kerk maar in zeer geringe mate voor. De
gemeente kent wel de seizoenwerkloosheid.
De gehechtheid aan eigen grond en omge
ving brengt mee, dat maar weinigen, en dan
nog alleen de jongere arbeiders, genegen zijn
tot het zoeken van een arbeidsterrein in
zuidelijker gelegen industriecentra.
Tot 1878 was het gemeentehuis, als in het
merendeel der Groninger gemeenten, onder
gebracht in een centraal gelegen café. Dit
geeft te denken. In genoemd jaar is een af
zonderlijk gebouw gezet, maar met weinig
vooruitziende blik ontworpen. Ook na enige
verbouwing van secretarisruimte en kluis is