VOEDING NIEUWS 2 derwerken", maar nog altijd komt men onder de indruk als men „onder- en bovengronds" deze dokken bekijkt en dan liefst onder des kundige leiding, die zo heel geruisloos het grote weten terug te brengen tot „gewone dingen". Dok 7 is gereed! En het getal zeven speelt in vele zaken een grote rol. Men noemt het zelfs een geluksgetal en met de wens, dat dit ook in deze reeks dokken, voor elk apart, zal gelden, eindigen wij met: Proficiat! Redactie W.F.-Nieuws. I „Ik voed mijn kindje zelf" zegt de trotse jonge moeder. Uit deze vijf woorden en de toon waarop ze gezegd worden is ons al veel over deze moeder en dit kind bekend. We begrijpen, dat ook de verdere verzorging van de zuigeling op de juiste manier geschiedt. Het kind wordt op tijd gebaad en doelmatig gekleed; de kamer is op de juiste tempera tuur; voor frisse lucht en zonlicht wordt ge zorgd. Kortom, alles wordt gedaan om de lichamelijke ontwikkeling van het kind zon der stoornissen te laten verlopen. Besmette lijke ziekten worden uit zijn omgeving ge weerd. Ook aan de ontwikkeling van het zieleleven van de baby, door liefdevolle ver zorging, geeft de moeder graag tijd en aan dacht, terwijl ze toch zorgt, dat haar baby niet verwend wordt. Dit alles weten we, maar we weten ook hoe veel werk in de laatste eeuw door weten schappelijke werkers gedaan moest worden om te zorgen, dat het kind gezond ter we reld zou komen en 0111 te maken, dat het niet reeds bij zijn geboorte zijn moeder door kraamvrouwenkoorts zou verliezen. We weten ook van de onderzoekingen, die gedaan moesten worden om in de gevallen, waarin de borstvoeding niet gegeven kon worden, voor een doelmatige vervanging te zorgen. Ongelofelijk lijken ons nu de fouten, die vroeger tegen de kindervoeding werden gemaakt. We denken aan de tegenwerking, welke de so ciale werkers, die de moderne denkbeelden onder de bevolking moesten verbreiden, van deze bevolking hebben ondervonden. De resultaten van dit werk zijn een ieder te genwoordig bekend. Terwijl nog betrekkelijk kort geleden, tot 1875, van de honderd zuige lingen die levend in ons land geboren werden, in het eerste levensjaar een en twintig stierven, was de sterfte in 1953 iets meer dan twee per honderd. In 1953 werden 228.600 kinderen levend ge boren. Als de sterfte even groot was geweest als in 1875 zouden 48.006 kinderen in het eerste levensjaar gestorven zijn, terwijl in wer kelijkheid 5029 ouderparen hun kind in het eerste levensjaar verloren. Dit verdriet werd dus in één jaar aan 42.977 ouderparen in Nederland bespaard. De Duitse dichter Heinrich Heine, van wie we 17 februari herdachten, dat hij honderd jaar geleden stierf, schreef Ein neues Lied, ein bess'res Lied O Freunde will ich dichten. Wir wollen hier auf Erde schon Das Himmelreich errichten. Als Heine de ziekte van kinderen en de zui gelingensterfte van zijn tijd en van onze tijd had kunnen vergelijken, dan had hij met recht kunnen zeggen, dat de kinderen en de ouders van nu een hemel op aarde hebben. Een van de belangrijkste wapenen, waarmee dit succes werd bevochten is de betere voe ding, die de zuigelingen van onze tijd krijgen. Is de levenskans na het eerste levensjaar ook verbeterd? Inderdaad. Voor elke leeftijds groep is de sterfte in de laatste eeuw belang rijk verminderd; alleen voor de oudsten is de laatste tientallen jaren geen verbetering ingetreden. Deze verbeteringen werden even eens verkregen door betere voeding van de oudere kinderen en volwassenen, en vooral door veel minder sterfte door besmettelijke ziekten (cholera, pokken, difterie enz.). Het probleem van de voeding na de zuigelin genleeftijd is echter veel gecompliceerder, omdat we met zo veel verschillende voedings middelen te maken hebben, die in hun sa menstelling sterk uiteenlopen. Zeer veel on derzoek moest verricht worden om de waarde van al deze verschillende stoffen voor de voeding te leren kennen en nog lang zal hel duren voor men een rationele voeding voor elke leeftijd en onder verschillende omstan digheden zal kunnen aangeven. J. C. W. Donker.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1956 | | pagina 4