NIEUWS
8
Radar
Wilton-Fijenoord en de R.D.M. die tegenwoor
dig de meest luxueuze oceaanstomers afleveren.
Wij wagen ons niet aan geldelijke bedra
gen, maar hier zijn het miljoenen, die een rol
spelen. Het is algemeen bekend, dat buiten
landse regeringen eigen industrieën vaak een
sterke steun verschaffen, hetzij in de vorm
van hoge invoerrechten, hetzij in de vorm van
openlijke of verkapte subsidies. De Neder
landse scheepsbouwindustrie heeft noch hulp
van subsidies, noch van hoge beschermende
rechten, zodat zij dus volkomen op eigen be
nen moet kunnen staan. Het feit, dat tal van
buitenlandse orders aan de Nederlandse
scheepsbouwindustrie worden gegeven mag
dan als bewijs dienen, dat zij haar mannetje
staat.
De techniek gaat echter snel vooruit en in
dit verband mogen wij even wijzen op een
belangrijke rede, die de president van de
Engelse Kamer voor Scheepvaart in Glasgow
heeft gehouden. In The Times van 23 novem
ber 1955 hebben wij een verslag gevonden,
waarin wordt gezegd, dat grote technische
vooruitgang op het gebied van de scheepvaart
al over de horizon kijkt. Hiermede bedoelde
hij de gasturbines voor de voortstuwing van
schepen, de lichte metalen bij de opbouw,
betere behandeling van de lading, d.w.z. snel
lossen en laden en zelfs kernenergie. Wij
staan, aldus de spreker, aan de poort van een
nieuw tijdperk.
In verscheidene landen, zoals Engeland, Noor
wegen, Duitsland en de Verenigde Staten
doen de rederijen, resp. de scheepsbouwers
mee aan de wedstrijd in nieuwe ontdekkin
gen. De heer Anderson riep zijn gehoor op
voor Samenwerking in het technische front
van de scheepsbouw.
Voor ons is dit indertijd aanleiding geweest
een onderhoud aan te vragen met Ir. B. Wilton
over deze aangelegenheid. In dit verband ver
telde deze, dat er tussen de grote werven on
derling geen geheimen bestaan. Wij lopen bij
wijze van spreken, aldus Ir. Wilton, bij elkaar
binnen en wij weten precies van eikaars doen
en laten. De ontwikkelingen van de techniek
blijven wij op de voet volgen en waar nodig,
ook toepassen. Zodoende is de Nederlandse
scheepsbouw helemaal niet achter bij het bui
tenland, te minder, omdat wij ook een uit
stekende relatie hebben met de Engelse
Pametrada, een technische organisatie, zoals
wij hier te lande onmogelijk zouden kunnen
hebben vanwege de hoge researchkosten. De
ze houdt zich o.m. bezig met onderzoekingen
op het gebied van de voortstuwing van sche
pen. Voor deze nieuwe „Statendam" hebben
wij dan ook wel degelijk contact met de
Pametrada gehad, aangezien wij het hart,
machines en ketels van eigen ontwerp, er in
hebben geplaatst. Ook op ander gebied, t.w.
de afbouw, is de Nederlandse industrie vol
komen op de hoogte van haar tijd. Als een
soort anecdote, - en wellicht is het ook wel
helemaal waar, - werd indertijd, zo ongeveer
een halve eeuw geleden gezegd, toen het s.s.
„Rotterdam" van de H.A.L. in dienst was ge
steld, dat alleen de elektrische gloeilampen
van Nederlands fabrikaat waren. Dit schip
was evenals zovele andere van de H.A.L.,
door Harland Wolff te Belfast gebouwd.
Hoe geheel anders liggen de zaken op het