27 vfa) NIEUWS VICTOR VEILIGHEID Er is weer wat te melden in ons ongevals- gebeuren. Leest u maar! Een plaatje en een praatje uit een dagboek. Dit plaatje is getekend door één van de men sen die tot vakman worden geschoold op ons bedrijf. Voor zijn doen heeft die knaap dat aardig gedaan, vindt u ook niet? Het past zo een beetje bij wat wij u verder gaan vertellen. Het volgende gebeurde niet ergens ter zee, in de lucht of op het land, maar in een slecht geventileerde ruimte bij W.F. Vier linke jongens moesten het één en ander vervoeren in die slecht geventileerde ruimte. Weet je wat, dachten zij, we nemen een „ding" met benzine gestookt en laten dat, met de kraan in bovengenoemde ruimte zakken. Hadden zij dat even link bekeken? Op deze manier werd het werk toen klaargemaakt. Nadat zij een poosje bezig waren, kregen zij het natuurlijk benauwd. Hoe bestaat het Was er nou niet één bij die wist welk een giftig gas zo een „ding" dat met benzine ge stookt wordt, uitlaat? Kom nou. Afijn, om kort te gaan, het had bijna een ruimte kun nen worden met stoffelijke resten, want twee van de vier moesten met zuurstof worden be handeld. Gefeliciteerd lui, met de goede af loop! Een goede leer voor een volgende keer. Het volgende geval is eigenlijk net zo iets. Vier dappere mannen zijn ergens in een hok samengekropen om hun twaalfuurtje te ver werken. We hebben wel uitstekende schaft lokalen, maar zo „knussies" met z'n viertjes om een „cokespotje" is toch wel gezellig. Ja, en nou moet u horen lezer, zij hadden geen schoorsteen of iets dergelijks, waar de giftige gassen (CO) door naar buiten ge voerd konden worden. Nou leest men veel de volgende berichten in de krant: „Door kolendamp gestikt". Deze knapen dachten zeker dat zij immuiun waren voor dit ver raderlijke en giftige gas, maar in korte tijd kregen zij het „voor hun kiezen". „Hoofdpijn en hartkloppingen" staat in het rapport van onze geneeskundige dienst. Ja, nou hadden die „rikketikkertjes" maar eens stil moeten blijven staan, omdat ze te snel moesten klop pen, dan hadden we met vier dode medewer kers gezeten. Hoe bestaat zoiets in 1957, maar het is toch allemaal echt gebeurd. Leren zij het dan nooit? En nu hebben we nog een appeltje te schillen met de branders. Ergens in een dok zijn bran ders bezig huid- en vlakplaten en zo los te branden, zoals dat genoemd wordt. Toen de plaat nagenoeg los was kreeg de brander een „opzaniker" van deze plaat, met alle gevol gen van dien. Gewoonlijk moet dan zo'n brander in het „dok" (ziekenhuis) worden opgenomen om gerepareerd te worden. Door de plaat te borgen of er een schoor onder te plaatsen, had zeer waarschijnlijk geen onge val plaatsgevonden, terwijl men als derde mo gelijkheid van binnen uit kon branden. Wat een tijd!! Wat een tijd!! Wat een ellende, wat een narigheidDit had allemaal zo ge makkelijk voorkomen kunnen worden, als men het maar veilig, vlug en voordelig had gedaanUw Victor.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1957 | | pagina 29