ONS WERK
ORGAAN VAN EN VOOR HET PERSONEEL VAN
WILTON-F IJ ENOORD-SCHIEDAM
(JJ|) NIEUWS
Wederom is de tijd voor het jaarlijkse over
zicht betreffende Ons Werk gekomen. Enige
feiten mogen in herinnering worden ge
bracht. Ook 1956 was een jaar van grote be
drijvigheid en onze onderneming werd ge
lukkig niet door rampen getroffen.
Laten wij eerst enige aandacht wijden aan de
Scheepsbouw.
Op 23 januari werd het t.s. „Caltex Rotter
dam", groot 32.000 ton, niettegenstaande
slecht weer, vlot te water gelaten, nadat me
vrouw Murdo Mac.Iver de doopplechtigheid
had verricht.
Op 27 januari gleed de kustmijnenveger
„Naarden" de helling af. De doop werd hier
verricht door mevrouw M. Visser-de Jong,
echtgenote van de burgemeester van de ge
meente Naarden. Op 18 mei werd de „Naar
den" afgeleverd.
Op 28 mei ving de technische proeftocht van
de „Caltex Rotterdam" aan. Er werd gevaren
naar Polperro, 25 km van Plymouth, Zuid-
West Engeland. Op die reis werden diverse
beproevingen uitgevoerd en voor de snel
heidsproeven werd van de bakens bij Pol
perro gebruik gemaakt. Ons juni-nummer
geeft bijzonderheden aangaande het meten
van scheepssnelheid. De officiële proeftocht
vond plaats op 5 juni. Overname geschiedde
en het schip werd door de rederij onverwijld
in de vaart gebracht.
Op 9 juni vond de uitdokking plaats van het
vracht-passagiersschip „Dinteldijk", groot
12.000 t.d.w., waarvoor de opdracht ons werd
verstrekt door de Holland-Amerika Lijn.
Op 12 juni 1956 werd het grote 24.000 ton
metende passagiersstoomschip „Statendam"
voor de Holland-Amerika Lijn uitgedokt.
Dit uitdokken was een secuur werkje, daar
de breedte van het schip slechts weinig min
der was dan de uitlaat-opening van het dok.
Op 7 juli werd de onderzeeboot jager „Over
ijssel" te water gelaten. De doop geschiedde
door mevrouw J. W. de Rooy-Raar.
Op 14 juli werd in het bouwdok de kiel ge
legd voor een tanker van 19.800 t.d.w. voor
buitenlandse rekening.
Begin 1957 zullen het passagiersschip „Sta
tendam" en het s.s. „Dinteldijk", beide voor
de Holland-Amerika Lijn, alsmede het tank
schip „Kosicia" (18.000 t.d.w.) voor de Ko
ninklijke Shell Groep, gereed komen.
Wat de afdeling Werktuigbouw betreft, ook
hier werd veel werk verzet.
In de eerste plaats kwamen verscheidene tur
bine-installaties gereed. Het eerst draaide de
turbine voor het t.s. „Caltex Rotterdam" in
de machinefabriek proef. Daarachter kwa
men snel na elkaar de hoofdturbines voor de
„Dinteldijk", „Kosicia" en de „Statendam" de
fabriek uit.
1