Het nieuwe s.s. „STATENDAM" NIEUWS INLEIDING Het was ons een groot genoegen - en wij hebben het als een bijzondere onderscheiding gezien toen wij een kaart met de volgende inhoud ont vingen: „De Directie van de Dok- en Werf maatschappij Wilton-Eijenoord N.V. en de Directie van de Hol- land-Amerika Lijn hebben het genoegen U uit te nodigen tol het bijwonen van de technische proef tocht van het s.s. Statendamwelke gehouden zal worden van maandag 14 januari tot donder dag 17 januari o.o.v." De bedoeling van deze uitnodiging was, dat wij als journalist, onbevangen indrukken van dit nieuwe schip zouden kunnen opdoen, ten einde deze impressies neer te leggen in bet Wilton-Fijenoord Nieuws. In bet algemeen kan worden gezegd, dat voor iemand, die van de zee en van de schepen houdt, een schip aan de kant een vrij dood element is. Zeer zeker geldt dit voor een mo dern ingericht passagiersschip, dat pas begint te leven, als er ook werkelijk leven in de brouwerij komt, d.w.z. als het vaart. Dan zijn alle „bedrijven" in actie. Dan komt men over al aan boord de „verwenners", dat zijn de leden van de bemanning, als ook de „verwen den", dat zijn de passagiers tegen. Nu is een technische proeftocht weliswaar geen passa gierstrip in de bekende betekenis van bet woord, maar de service van de bemanning is er niet minder om wat betreft de invite's, die nagenoeg zonder enige uitzondering, mis schien vermomd als passagier, het nodige aan hun hoofd hebben. Categorisch willen wij hier verklaren, dat wij voor het inwinnen van gegevens, van die pseudo-passagiers, ondanks hun drukke werkzaamheden, de meest wel willende medewerking hebben ondervonden. Een greep uit de geschiedenis. Als oude Rotterdammer kennen wij al zes kruisjes lang de Holland-Amerika Lijn en omdat wij destijds het grootste deel van die tijd woonden op het Noorder-eiland, heb ben wij de opeenvolgende generaties van de stoomschepen, die de naam Statendam droe gen, zien aankomen en vertrekken van de Wilhelminakade, met uitzondering van num mer twee. Uit bronnen, die ons ter beschik king zijn gesteld, citeren wij, dat het eerste schip van deze naam, evenals zijn vele voor gangers bij Harland Wolff te Belfast werd gebouwd. Het werd in 1898 in dienst gesteld, mat 10491 ton en was daarmede het grootste schip van de rederij. In 1910 werd deze „Sta tendam" verkocht aan de Allan Line, die liet schip onder de naam „Scotian" gebruikte op de route van Glasgow naar Canada. Reeds in 1909 werden tussen de H.A.L. en de werf Harland Wolff onderhandelingen ge voerd over de bouw van een nieuw passagiers schip van circa 30.000 B.R.T. In 1911 werd daarvoor liet contract getekend. Bij het uit breken van de eerste wereldoorlog (augustus 1914) was het schip nog niet gereed. Na de voltooiing in 1916 werd het door de Engelse regering in dwanghuur genomen. Het deed onder de naam van H.M.S. „Justicia" dienst als troepentransportschip. Als zodanig heeft het niet gelukkig gevaren. Het werd op 25 juli 1918 met Amerikaanse militairen op weg naar Europa bij de Ierse kust getorpedeerd en in het voorschip getroffen. Door Engelse torpedojagers kon het echter op sleeptouw worden genomen, maar de volgende morgen volgde een nieuwe aanval, waarbij het ten onder ging. Hierbij verloren helaas zeven per sonen het leven. De derde „Statendam" roept eveneens minder prettige herinneringen aan de Duitsers op. Het werd in mei 1940, toen het aan de Wil helminakade gemeerd lag, in brand gescho ten met als gevolg, dat er niet meer dan een volkomen uitgebrand casco overbleef, rijp voor de sloper. Deze derde „Statendam" had intussen al een merkwaardige geschiedenis achter de rug. Toen namelijk in 1921 de con junctuur omsloeg en de H.A.L. bovendien een groot aantal vrachtschepen in aanbouw had, werd de bouw van deze derde „Staten dam" tijdelijk stop gezet. Zo bleef het casco tot het najaar 1924 op de helling van Harland Wolff liggen. Zaken zijn zaken en toen de werf in die tijd als gevolg van regeringssteun meer opdrachten voor nieuwe schepen kon verkrijgen en de helling dus moest gebruiken, werd het casco van de „Statendam" klaar ge maakt voor de tewaterlating, die op 11 sep tember 1924 plaats vond. Het schip bleef al dus, niet afgebouwd, tot het voorjaar 1927 bij de werf liggen. De H.A.L. was er toen in ge slaagd, zodanige financiële maatregelen te treffen, dat het schip afgebouwd zou kunnen worden. De opdracht hiertoe werd gegeven aan Wilton, die hiermede niet alleen een con-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1957 | | pagina 8