r a NIEUWS 12 Na de plechtigheid „In 1954 hadden wij nieuwe schepen nodig. Wij hadden gedacht, dat bij het achtereen volgens in dienst komen van de zes nieuwe schepen er oude uit de vaart genomen kon den worden, maar in 1956 kwamen wij al tot de ontdekking, dat dit niet het geval kon zijn. Daarna heeft bovendien de kwes tie Suezkanaal dit voornemen nog meer verhinderd." Spreker legde ook nog de nadruk op het feit, dat het bouwen de rederijen niet vlug genoeg kan gaan. „Wij zitten om scheepsruimte ver legen", zei hij. De voornaamste gegevens van het schip zijn: Lengte over alles 161,03 m 528' 37/s Lengte tussen de lood lijnen 149,00 m 488'101/t Breedte 20,10 m 65'll3/s Holte 12,20 in 40' 05/i«" Diepgang 8,54 m 28' 01k Draagvermogen 11.500 tons Inhoud laadruimen 594.000 cub ft. Inhoud koel- en vries- ruimen 5.400 cub ft. Inhoud speciale lading 2.700 cub ft. Inhoud dieptanks 3.600 m3 Het schip is van het gesloten shelterdektype met accommodatie voor twaalf passagiers; het is voorzien van een lange bak, een brug dekhuis en een gedeeltelijk verzonken kam panje en heeft een schuine voorsteven en een kruiserhek. Achter de voorpiek bevinden zich drie laadruimen, waarin onder het hoofddek nog een extra tussendek is inge bouwd. Hierachter ligt een laadruim boven het hoofddek, waaronder vier dieptanks zijn, door een tunnel gescheiden. Ter hoogte van de motorkamer bevinden zich op het tussendek aan SB. laadruimen voor gekoelde-, bevroren- en diepvriesprodukten. Aan BB. liggen de koelruimen voor de nor male dienst en proviandstores. Ook is op dit dek de koelmachinekamer ondergebracht. Achter de motorkamer zijn nog twee rui men met onder het hoofddek een diep tank- dek, waaronder zes dieptanks. Het schip krijgt uitgebreid laad- en losgerei. Het heeft vier vierkante masten, voorzien van zalings en vier laadpalen. Er worden twintig elektrische laadlieren opgesteld voor het bedienen van twaalf stuks 5-tons en 8 stuks 10-tons laadbomen. Bovendien wordt het schip uitgerust met twee zware spieren voor lasten van 85 ton en een voor lasten van 40 ton. De twaalf passagiers worden ondergebracht in zes twee-persoonshutten op het promenade dek met eigen toilet- en doucheruimte. Zij krijgen de beschikking over met smaak inge richte eet- en rooksalons. Op het commandobrugdek liggen de verblij ven van de kapitein en de marconist, voorts fankamers, radiohut, kaartenkamers, gyroka- mer en stuurhuis, terwijl in het brugdekhuis de officieren hun hutten met eet- en rook- salon hebben. De bemanning wordt ondergebracht in com fortabele, voor het merendeel één-persoons- hutten, welke zich midscheeps en in de kam panje bevinden. Ten behoeve van de beman ning worden voor de verschillende diensten een 8-tal ruimten ingericht als eetkamer of rooksalon. Alle verblijven van passagiers en bemanning zullen worden aangesloten op een aircondi tioninginstallatie. Het schip wordt voorzien van echolood, Sal log, richtingzoeker, radio en radar. De motorinstallatie van de „Musillovd" zal bestaan uit een 9 cilinder enkelwerkende 2- takt dieselmotor met oplading, fabrikaat Sulzer, type 9 RSAD 76, met een maximaal vermogen van 11.700 EPK bij 119 omw./min., waardoor het schip een snelheid van ca. 16,5 mijl zal kunnen bereiken. De motor is inge richt voor het gebruik van „zware olie" als brandstof. De „Musillovd" zal in het aanstaand voorjaar aan de rederij worden opgeleverd. Het tweede door Wilton-Fijenoord te bouwen schip van dit type zal tegen het einde van 1957 aan de „Lloyd" worden geleverd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1957 | | pagina 14