NIEUWS
8
iflillii
VICTOR ZEI
,,'t 1Vas me het maandje ivel! Of teas het,
het maandje niet? Om maar met de woor
den van Wim Kan te spreken."
Bij de ongevallenbestrijding komt steeds weer
liet gezegde in je gedachten: een ezel stoot
zich geen twee maal aan dezelfde steen.
Want wat is het geval?
Het volgende dagrapport kregen we weer
hinnen: „Met het werken in een pompkamer,
staande op een strip, welke aan een spant was
gelast, brak de las van de strip, getroffene
kwam op z'n zitvlak terecht" en dan volgt een
opsomming van de blessuren.
Nou moet u weten lezer, dat wij reeds en
kele ernstige, soortgelijke ongevallen hebben
gehad. Vandaar de gedachte van die ezel en
die steen.
Wat denkt u, zijn er dan toch viervoetige
langoren in ons bedrijf? Laat de zorg voor
een goede stelling aan de vakman over!
Volgend dagrapport: „Bij het werken in een
ruim, kreeg getroffene een korflamp welke
op een stelling boven het slachtoffer leg, op
z'n hoofd. Ook daar volgt dan de verwon
ding: „Vleeswond schedel".
Uw eerste reactie zal, tenminste als u het goed
meent met de ongevallenbestrijding, zijn:
„Waarom zetten zulke „tobbers" toch geen
helm op." Ja, daar kunnen we nog wel
een poosje over „kakelen". Men zegt wel eens
dat de Hollanders de Chineesjes van Europa
zijn, maar daar willen wij nu niet op in gaan.
Wel denken we weer aan die ezel en die steen,
want herhaalde malen komt het voor, dat zo'n
„ding" naar beneden „keilt".
Deze lampkorven zijn rond (kunt u ze niet
vierkant maken Elektrotechnische Dienst?
Dan krijgt u èn betere waar èn minder gebro
ken lampen en bovendien minder ongeval
len) en dus als men op zo'n stelling werkt, ligt
zo'n lampkorf in tijd van een mum beneden.
Leg of zet of hang (lie lamp zo, dat 'ie niet
naar heneden „keilt"!!
Moet ik ook nu aan u vragen, of er soms toch
viervoetige langoren op ons bedrijf zijn? Als
u dergelijke, steeds weer voorkomende onge
vallen voorkomt, hoeft u bovengenoemde
vraag niet te beantwoorden dacht
Uw Victor.
WAAROM GOEDE
ARBEIDSBESCHERMING?
Waarom willen we zo erg de veiligheid be
trachten?
Nou moe! roept u misschien wel uit, nog al
wiedes, wie loopt er nu nog met de gedachte
in z'n achterhoofd rond, om dit niet te doen?
Ja sterker, zouden er nu nog zijn die dit tegen
willen houden, denkende: wat een afwij
king van ziekelijke filantropie is deze gehele
zogenaamde arbeidsbescherming?
En toch lezer, onze ervaring is, dat zulke men
sen er inderdaad nog zijn; niet veel, maar toch
nog te veel. Zielig, zult u zeggen en wat een
tobbers. Zij remmen de zaak zo toch af, zij
belemmeren o.a. de goede menselijke verhou
dingen en bovendien houden zij op deze ma
nier een goede economie tegen. Ja, inder-
daar, zo is het.
Gelukkig is nu de grote meerderheid van onze
arbeidsgemeenschap er wel van doordrongen
dat:
A. Om te produceren allereerst goede ar
beidskrachten nodig zijn. Deze hebben
verzorging nodig, geen afwijkingen van
ziekelijke filantropie, maar gewoon zoals
alles zijn goede verzorging verlangt.
B. Technisch: machines, werktuigen en ge
reedschappen nodig zijn.
C. Organisatie nodig is, bijvoorbeeld het
voorkomen van wachttijden door plan
ning, door verbetering van transport, enz.
Een belangrijke bron van stagnatie is het on
geval. Als er bij zo'n ongeval ook nog letsel
optreedt, is de medewerker bovendien bui
ten dienst gesteld en naarmate het letsel erger
is zal deze verzuimtijd toenemen.
In een ideale werksituatie zou het ongeval
uitgesloten zijn, maar zover zullen we nooit
komen. Tocli kunnen wij de ongevallen nog
belangrijk inperken. Dat doen we allereerst
uit eerbied en respect voor onze medemens.
Omdat wij die naastenliefde zo buitenge
woon belangrijk vinden, zijn wij voor een
goede arbeidsbescherming. F. S.