NIEUWS
18
Opgewekte dames en heren vulden het lokaal.
De voorzitter, de heer C. Aben, heette in zijn
openingstoespraak in het bijzonder de heren
Kevzer en Bergh hartelijk welkom en de heer
R. van Rutten, bestuurslid van de 's-Graven-
haagse Hengelvereniging.
In de toespraak van de heer Aben viel de
grote sportiviteit ten opzichte van het hen
gelen te beluisteren en spreker legde de na
druk op het feit, dat in de vier jaren van
W.F.-hengelsport deze afdeling heeft bewe
zen, dat zij er mag zijn.
Na deze inleiding sprak de heer C. Kevzer
als voorzitter van het hoofdbestuur. Hij ver
ontschuldigde de heer B. Wilton, die tot diens
grote spijt verhinderd was deze contactavond
bij te wonen.
De heer Van Rutten, die als derde de aanwezi
gen toesprak, heette vooral ook de dames
welkom en betoogde, dat de hengelsport tot
een massasport is uitgegroeid en een sport
beoefening is, waar hoofd- en handarbeiders
samen langs de kant zitten, waardoor deze
sport dus misschien wel de meest democrati
sche is. Het programma bestond uit de na
volgende onderdelen.
1. Red runs the Fraser (kleur- en geluids
film).
2. Spinning for silver- and steelheads (hen
gelen op zilverzalm) kleur- en geluids
film.
.'1. Battling blue fins (hengelen op tonijn).
Pauze
4. Lezing over de hengelsport door de heer
Van Rutten.
5. Rovers onder water (zwart-wit-film) met
toelichting door de heer Van Rutten.
6. Wij gaan vissen (snoek, baars, forel aan
de hengel).
Van al deze films kunnen wij zeggen, dat vis
ser en niet-visser daarvan hebben genoten,
enerzijds door de schitterende opnamen, an
derzijds door de spanning en het avontuur
welke in deze schijnbaar „gewone" films wa
ren te zien. Ook de prettige toelichting van de
heer Van Rutten werkte mee om een en an
der als het ware te beleven. Men kijkt ver
wonderd toe als men de meest interessante
gebeurtenissen in de vissenwereld zich ziet
voltrekken en vraagt zich af hoe het mogelijk
is om deze opnamen te maken.
Vooral ook het hengelen op tonijn is een
avontuurlijke geschiedenis en men vergeet,
dat men in een zaal zit.
Alhoewel alles wat de heer Van Rutten ver
telde de moeite waard is om te horen, moeten
wij ons helaas, terwille van de plaatsruimte
enigszins beperken.
Dat men met een vakman te doen heeft bewij
zen wel de vele functies, welke hij in de „vis
serij" vervult of vervuld heeft. Hij was b.v.
jarenlang Hoofdredacteur van de „Hengel
sportwereld" en is thans als speciale mede
werker verbonden aan de „Sportvisser", „De
Nederlandse hengelsport", „Die Fischwaid"
en „De Belgische Visser". Tevens verzorgt hij
nog de „visrubriek" in diverse dagbladen.
Uit de lezing van deze kenner van de hengel
sport tekenen wij het volgende aan:
In een korte inleiding memoreerde spreker de
ontzaglijke vlucht van de hengelsport der
laatste jaren, welke is uitgegroeid tot een
massa-recreatie en nuttige vrije-tijdsbesteding
in de natuur na een week van werken. Op het
ogenblik telt Nederland dan ook 450.000 hen
gelaars, geregistreerd aan de hand van het aan
tal uitgereikte acten en visbewijzen. Een ge
zonde en bovenal verbroederende sport, waar
bij alle rangen en standen wegvallen zodra
deze sportvrienden aan de waterkant verschij
nen. Spreker bracht ook lof aan de Directie,
welke deze beoefening onder haar personeel
stimuleert en het mogelijk gemaakt heeft
deze avond te organiseren. Hij sprak de wens
uit, dat binnen afzienbare tijd een leden
tal bereikt zou worden van 1700 bedrijfshen-
gelaars.
Vervolgens herinnerde spreker er aan, dat het
nog niet zolang geleden was, dat men een hen
gelaar als volgt voorstelde: „Een stok met aan
de ene kant een worm en aan de andere kant
een dwaas, met het bekende platte kruikje in
de achterzak". Sinds jaren is er een kente
ring ten goede waar te nemen en is men gaan
vissen om het sportgenot zelve en ziet men de
vis als partner, welke na verloren strijd als
regel weer behoedzaam in het water wordt
teruggezet.
Uitvoerig ging spreker er op in, dat het vissen
is uitgegroeid tot een kunst en de hengelaar
een geheel arsenaal aan slimmigheidjes in het
geding moet kunnen brengen om de vis onder
alle omstandigheden tot aanbijten te verlei
den en zodoende door het vangen tot het be
leven van sport te komen. De heer Van Rutten
lichtte uitvoerig toe, dat iedere hengelaar iets
van biologie moet afweten, o.a. hoe reageert
de vis op temperatuurswisselingen, stromingen
in het water, paairijplieid, etc. Immers een
hengelaar zal, om te blijven vangen, dikwijls
niet per week maar per uur zijn methode
moeten omschakelen.
Door demonstratie van zowel orthodox als
meer modern hengelsportmateriaal en door
tekeningen op een schoolbord, verduidelijkte
spreker de behandelde onderwerpen en vele
facetten uit de hengelsport. Hier bleek weer
eens overduidelijk, dat in de sport vergrijsde