vakantie
öe zon was voor mij èn 5e Regen
zij schonken mij Beiöe een „stRaal"
en toevenö op eenzame wegen
spRak ik onwelvoeglijke taal
het heeft mij met mogen Baten
öe Regen öeeö toch wat ze kon
öe wolken, zij lieten mij pnaten
want achteR hen scheen toch öe zon.
g.