NIEUWS
8
verwerven en dikwijls met vallen en opstaan,
welke men thans op de werf bereikt heeft.
Wij hopen dan ook - en met ons de overige
werven in Nevesbu-verband - dat, zij het dan
ook niet een zo uitgebreid programma van
aanbouw als wij sinds 1947 hebben verwerkt,
er toch in de nabije toekomst gelegenheid
zal zijn voor de Marine te blijven werken.
Wanneer dit mocht gebeuren dan vragen wij
slechts hierin tijdig gekend te worden, opdat
niet alleen bouwcapaciteit door ons hiervoor
gereserveerd kan worden, maar ook opdat in
gezamenlijk overleg de bouw zó kan worden
voorbereid, dat zo economisch mogelijk het
werk verricht kan worden.
Na deze verzuchting is het mij een groot ge
noegen u thans de „Overijssel" aan te bieden.
Een aanbieding welke ik gaarne vergezeld
laat gaan van een woord van dank aan allen
van hoog tot laag in uw afdeling Materieel
met wie wij jaren hebben mogen samenwer
ken. Wij hopen en vertrouwen dat Hr. Ms.
„Overijssel" zal zijn een goed schip van onze
vloot en altijd een gelukkige vaart - wanneer
dan ook - zal mogen hebben.
Vele gasten hebben deze plechtigheid bijge
woond en uit de provincie Overijssel waren
de Commissaris van de Koningin Ir. J. B.
G. M. ridder de van der Schueren en leden
van de Gedeputeerde Staten aanwezig.
Schout bij nacht W. J. Kruys, vlagofficier
Materieel, noemde de jager een uitnemend
zeeschip, dat hij gaarne namens de Minister
overdroeg aan de commandant van de zee
macht Nederland, schout bij nacht G. B. For-
tuyn. Deze droeg de aangewezen comman
dant, kapitein-luitenant ter zee W. A. de
Looze, op, de „Overijssel" in dienst te stel
len.
Tijdens het hijsen van geus- en commando-
vlag speelde de Marinierskapel het „Wilhel
mus" en daarna sprak de commandant zijn
bemanning toe:
„Degenen, die reeds met jagers gevaren heb
ben en het schip dus kennen, weten waar zij
aan toe zijn. Wij hebben op de proefvaarten
alles er uitgehaald, wat er in zit. Nu gaan wij
met vier maanden garantievaart om ons schip
voor de laatste maal aan de tand te voelen.
Houdt dit schip, dat een goed schip is, in ere;
houdt het goed en houdt het schoon. Met de
naamgeving is een oude traditie hersteld.
Elke provincie heeft nu zijn eigen schip. De
oudste „Overijssel" werd in 1795 veroverd
door de Engelsen. Dit is het tiende schip van
die naam. Twaalfhonderd man van de Ko
ninklijke Marine zijn in Overijssel geboren.
Dit is geen gering aantal."
Tenslotte verklaarde spreker het bevel over
de „Overijssel" te aanvaarden, wat met een
driewerf „Hoezee" van de volledige beman
ning werd bezegeld.
De Commissaris van de Koningin in de pro
vincie Overijssel nam daarna het woord.
Spreker hoopte dat het schip een lang en
goed leven beschoren mocht zijn.
Als het schip het einde van zijn dagen zou
bereiken, zou het toch nog zijn werk hebben
verricht voor het handhaven van de vrede.
Tijdens de tweede wereldoorlog is spreker in
Engeland in de gelegenheid geweest 0111 het
voortreffelijke werk van de Koninklijke
Marine en van de Koopvaardij gade te slaan.
Teveel vergeet men tegenwoordig welk een
groot aandeel Marine en Koopvaardij heb
ben gehad in de overwinning en hoe groot