Motorboot „EDITH III" overgedragen aan
THE MISSIONS TO SEAMEN
NIEUWS
10
Op 12 oktober 1957 werd door mej. Truus
Wilton de naamgeving verricht van boven
genoemde motorboot. Onder het uitspreken
van de volgende wens:
I name this launch Edith III. May God
prosper the work in which she will
be engaged.
(Ik noem deze motorboot Edith III. Moge
God het werk waarvoor ze gebruikt zal
worden, zegenen)
werd de naam „Edith 111" zichtbaar, onmid
dellijk daarop aansluitend verrezen de „Red
Ensign" en de „Mission flag".
In de kajuit onthulde de (loopster een
scheepsklok, waarna de bezichtiging van het
vaartuig volgde.
Omtrent de geschiedenis van de voorgaande
twee boten met dezelfde naam vermelden wij
nog het navolgende:
In 1910 kreeg The Missions to Seamen de
beschikking over de motorboot „Edith" voor
het bezoeken van zeelieden aan boord van
schepen en voor het vervoer van en naar het
gebouw van genoemde Mission. Deze motor
boot is tijdens de bezettingsjaren „verdwe
nen". Na de bevrijding kreeg The Missions
de beschikking over een open barkas, welke
boot op onze werf van een kajuit werd voor
zien en welke sindsdien in het Rotterdamse
havengebied heeft gevaren onder de naam
„Edith II". Op 23 maart 1957 werd deze boot
in de Parkhaven aangevaren en zodanig be
schadigd, dat zij buiten bedrijf gesteld moest
worden.
Aan Cammenga's Jacht- en Scheepswerf te
Zaandam werd opdracht gegeven tot de bouw
van een nieuwe boot, welke onder toezicht
van onze werf is gebouwd.
Na de naamgeving verzamelden zich de gas
ten in de zeemanskantine op onze werf.
Onder de genodigden bevonden zich bestuurs
leden van The Missions to Seamen te Rotter
dam, onder wie HBM Consul General met
Mrs. Bunstead; bestuursleden van de Church
Council van St. Mary's Church te Rotterdam
en officials van Wilton-Fijenoord.
Eén der Gebroeders Cammenga sprak enkele
dankwoorden tot mej. Wilton en de heer Ir.
B. Wilton heeft het scheepje daarna over
gedragen aan de Rev. W. Popham Hosford,
die in hartelijke bewoordingen zijn dank be
tuigde voor houw en aflevering van de fraaie
motorboot.
Wij spraken ook nog even de kapitein van de
„Edith II" en thans van de „Edith 111", de
heer D. Harmsen, die zich zeer tevreden
toonde over zijn nieuwe vaartuig.