Romance in mineur
Ze waren pas van school gekomen
En werkten op dezelfde zaak.
Een „zij", een „hij"! Vol toekomstdromen
Vervulden zij hun eerste taak.
„Zij" werkte aan heel lange lijsten
En gaf die trots dan aan hem door
„Hij" moest ze verder afpolijsten
En zei er zaak'lijk „dank U" voor.
Zij spraken gauw al enk'le woorden
En wisselden al snel een blik
Die bij geen enk'le lijst behoorden
Zij deden juist als U en ik.
Al spoedig bleef hij even wachten
Als 's avonds was gedaan de taak
En na de smart'lijk lange nachten
Gaf 't weerzien 's morgens veel vermaak
Zij wisselden aan al die staten
Soms ook een briefje, kort maar lief:
„Vanavond - in 't plantsoen - dan praten
„Wij wel weer verder, hartedief"
Helaas! Men moest hem eens vervangen
Een ander keek zijn lijsten door
Aan èèn ervan was blijven hangen
Iets wat niet thuis hoort op kantoor.
Een briefje kwam hem onder d'ogen:
„Vanavond om 8 uur, o schat!"
De plaatsvervanger - opgetogen -
Zei haar: „Hoe gaarne doe ik dat!"
Toen dan terug kwam de beminde
Die de eerste grote liefde was
Moest hij - zo jong - al ondervinden
Dat liefde breekbaar is als glas.
G.
NIEUWS
24