1 25 NIEUWS waardoor het eiland ook de naam Gallighoord ver kreeg. In de 17e eeuw verkreeg de Admiraliteit ook toestemming op Feijenoord haar kanonnen te be proeven, terwijl er ook schiet- en exercitieoefeningen werden gehouden. Rotterdam had intussen op Feijenoord een opzichter gestationneerd; deze was o.m. belast met het onder houd van de beplanting en het bedienen van de slui zen. Hij genoot een jaarwedde van 200,had een vrije woning voor zich en zijn gezin, benevens een stukje land om te tuinieren en „vrij brand". In 1710 had de eerste openbare verkoping van een partij „seer schoone opgaande else boomen mitsgaders een goede quantiteit willige boomen" plaats, die de stad 3000,- opleverde. Later vestigde de stad er een kwekerij van verschillende naaldbomen, platanen, po pulieren enz., die voor de stadsplantages zouden kunnen worden gebruikt. Wellicht zal aan de toen zo juist aangelegde (Oude) Plantage zijn gedacht. De meeste bekendheid kreeg Feijenoord door de vestiging van het Pesthuis, dat in 1716, hoewel nog niet geheel klaar, in gebruik werd genomen. Jacob Kortebrant zegt er in zijn beschrijving van: „Dit deftig gebouw pronkt met een frontispies en een fraaij torentje. Binnen is een ruime en zeer luchtige plaets, hebbende in de midde eene waterkom, die 40 voeten in het vierkant is en alle 24 uren door ebbe en vloed tweemalen ververschd werd". Tijdens de Vierde Engelse Oorlog werden er Engelse krijgsgevangenen in ondergebracht en ook Fransen op doortocht. Door al deze inkwartieringen was er noodzakelijk veel onderhoudswerk. Bij een dezer werken werd tevens een bliksemafleider op het ge bouw geplaatst, de eerste toepassing van de uitvinder Benjamin Franklin hier ter stede! De instrumentmaker Jonathan Cuthbertson ontving 120,- voor de levering. Het gebouw is later voor vele doeleinden gebruikt. Gedurende de tijd van de Bataafsche Republiek is het Pesthuis onafgebroken in gebruik geweest; het aantal zieken bedroeg soms 700 a 800, hoewel er voor 1500 patiënten plaats zou zijn. In 1805 werd het Kadetteninstituut der Bataafsche Marine erin ge vestigd; zeven jaar later verpachtte het stadsbestuur het gebouw aan de heer G. J. Ter Hoeven, die het plan had er een leer- en spinschool te beginnen. Dit plan viel in goede aarde, daar het gemeentebestuur de taak met betrekking tot de noodvoorziening niet meer aankon: een zesde gedeelte van de bevolking was toen op onderstand aangewezen. De lotgevallen van dit gesticht vallen echter buiten het bestek van dit artikel. Nadat Ter Hoeven het Pesthuis had moeten ontruimen, is het verhuurd aan de firma Hoffman en Zoonen, die er een ijzergieterij in vestigde; in 1826 betrok de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij (directeur was G. M. Roentgen), later genoemd „Maatschappij voor Scheeps- en Werktuigbouw „Fijenoord", thans Wilton-Fijenoord, het gebouw, welke maatschappij al spoedig haar terrein uit breidde. t Voormalig Pesthuis op het eiland Feijenoord (anonieme tekening, Gem. Archief) Een groot gedeelte van het eiland was intussen ge pacht door de landbouwers Hendrik Jansz. en Jan Hendriksz. Piek, die er tevens ten gerieve van water sportliefhebbers een theeschenkerij begonnen. Toen omstreeks 1850 Rotterdam om meer havens vroeg en aan de Rechter Maasoever geen ruimte was, begon men aan Feijenoord te denken. Het eiland, dat eigendom was van de gemeente Rotterdam en tot de gemeente IJsselmonde behoorde, werd tegelijk met Katendrecht in 1869 geannexeerd. Rose, de stads architect, opperde het plan een brug over de rivier te bouwen en op de plaats van het Zwanegat een haven te graven. Het bleef echter bij plannen, totdat Pincoffs, directeur van de Rotterdamsche Handels vereniging, die een terrein op Feijenoord in erfpacht had, de Binnen- en de Entrepothaven liet graven. Van rijkswege werd de Spoorweghaven gegraven op de plaats, waar eertijds het Zwanegat lag; Rotterdam was echter verplicht aan het zuidelijk einde een spui- kanaal te maken voor de lozing van het polderwater uit de polder De Hille, welk kanaal in het Mallegat uitkwam. Lang is er ook gedelibereerd over de oeververbin ding, zowel voor de spoorweg als voor het verkeer; toen besloten werd vaste bruggen over de Maas te bouwen, moest de scheepvaart worden geholpen en werd een haven, de Noorderhaven (later verdoopt tot Koningshaven) gegraven, waarover beweegbare bruggen kwamen. De noordwestelijke strook van Feijenoord werd dus afgescheurd en er was een nieuw eiland gemaakt, dat de naam Noordereiland kreeg. Toen bruggen waren gebouwd en industrie en handel op Feijenoord aanwezig waren, verrees op het oude eiland een huizenzee. Hoe thans over de be bouwing van Feijenoord wordt gedacht, is allerwe gen bekend. Daar dit het eerste woongebied op de linker Maas oever was, werd de gehele Linker Maasoever in vroe ger jaren in vele kringen gemakshalve Feijenoord genoemd. Zelfs bij het G.E.B. was dit in de twin-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1958 | | pagina 27