'Mm 23 vfS) NIEUWS uitgever en schrijver boek kan óók ontstaan in het hoofd van een schrij ver. Die wil zomaar opeens een dikke turf schrij ven over een reis naar de maan in het jaar 1988. En ja, ten slotte kan het idee van een boek gebo ren worden in het hoofd van een uitgever. Die uit gever zegt tegen zichzelf: ik zou eigenlijk graag een boek over Lapland willen uitgeven, of een boek over de auto's van de toekomst, of een boek over tuinieren. Dan gaat die uitgever nadenken. Ten slotte weet hij heel zeker, dat dat boek over Lap land het beste door meneer zus-en-zo geschreven kan worden. Hij gaat eens met meneer zus-en-zo praten en dan gaat meneer zus-en-zo aan het werk. Hij heeft van zijn uitgever een opdracht gekregen, zoals dat heet en ook op die manier kan er een boek ontstaan. Goed, op een morgen belt een schrijver (auteur zeggen ze óók wel, da's een mooi woord, vind je niet!) aan bij zijn uitgever. „Ik heb een boek bij me," zegt de schrijver, „een nieuw boek, gister avond om half twaalf was het af, het heet „Het Verloren Koffertje". Wilt u het misschien eens zien?" De uitgever kijkt ernstig, met diepe rimpels in zijn voorhoofd. Dagelijks komen er mensen bij hem aanbellen en het zijn maar zelden echt goéde boeken die hij onder ogen krijgt, boeken, die het uitgeven waard zijn. Maar hij is tóch geïnteres seerd. Hij gaat het manuscript (zo heet een boek, dat alléén nog maar uit getikte velletjes bestaat!) lezen en de rimpels verdwijnen. Een goed boek, mompelt hij van tijd tot tijd. Hij laat het manuscript (wat betekende dat woord nu ook weer?) even eens aan zijn raadslieden lezen. En die zeggen alle maal: goed boek, meneer de uitgever, mooi boek, meneer de uitgever, écht iets voor u om uit te gevenWel en dan denkt de uitgever voor de veiligheid nóg es extra na en dan zegt hij: ik moest het maar doen, ik ga van het manuscript „Het Ver loren Kofertje" een boek maken Eerst brengt hij de schrijver op de hoogte van zijn plan. Die spoedt zich fluitend en zingend naar de uitgever. De uitgever heeft al een ruwe schatting gemaakt. Het boek Het Verloren Koffertje zou misschien honderd veertig pagina's groot kunnen worden, hij zou het boek op papier van die-en-die prijs kunnen drukken, hij dacht er over om vier duizend exemplaren te laten maken en hij zou de schrijver van ieder boek dat verkocht wordt een tiende deel van de verkoopprijs van het boek wil len betalen. Wat er nu verder moet gebeuren met die stapel losse, volgetikte velletjes? Het Verloren Koffertje moet geïllustreerd worden, het is écht een boek waar plaatjes bij horen. De uitgever gaat wéér nadenken. Wie zal de tekeningen maken? De kun stenaar wiens werk het beste past bij de inhoud van Het Verloren Koffertje krijgt de opdracht er illu straties voor te tekenen. En als dan de tekeningen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1958 | | pagina 25