(jj|) NIEUWS
8
voorgekomen en hij bracht ook de moeilijkheden voor
de werf tijdens deze bouw ter sprake. De werknemers
waren niet erg hokvast en met kunst- en vliegwerk
moest worden getracht aan de verplichtingen te vol
doen. Het tekort aan ijzerwerkers was oorzaak, dat
een gehele dubbele bodem moest worden uitbesteed.
In 1957 veranderde deze toestand en de productie
kon worden verbeterd.
In de tijd van hoogconjunctuur werden 11 contracten
afgesloten en in de anderhalf jaar daarna niet één.
In dit verband wees de heer Woltjer erop, dat het
interessant zou zijn eens te bestuderen of langlopende
contracten zouden leiden tot goedkopere en rustiger
bouw door een meer stabiele personeelsbezetting.
Het was voor de werf een vreugdevol moment nu dit
schip aan de rederij kon worden aangeboden.
De heer G. W. Bakker bracht dank aan allen, die
aan de totstandkoming van de „Randfontein" had
den medegewerkt en sprak zijn vertrouwen uit in de
deugdelijkheid van het mooie schip.
Spreker hoopte, dat de „Randfontein" het prestige
van de V.N.S. zal verhogen en gunstige resultaten
zal geven voor deze rederij.
Daarna volgde de vlagwisseling en het oranje-blanje-
bleu van de V.N.S. werd met een driewerf hoera
begroet.
Onder de genodigden waren de ambassadeur van de
Unie van Zuid-Afrika, Dr. F. E. Geldenhuys en diens
echtgenote (de doopster van het schip) de Staats
secretaris van Marine, gepensioneerd Vice-Admiraal
H. C. Moorman en de heer W. L. de Vries, Direc
teur-Generaal van de Scheepvaart. Deze beide laat
ste heren hebben tijdens de lunch aan boord nog het
woord gevoerd en hun gelukwensen uitgesproken.