DE BAAS EN HET ONDERHOUD
(JJ|) NIEUWS
26
Onze fotograaf heeft op 20 september j.l. het moment vereeuwigd,
waarop de schrijver van nevenstaand artikel
uit handen van ir. B. Wilton één der prijzen ontving,
door de Directie beschikbaar gesteld voor de beste inzenders
in de prijsvraag van het Nederlands Instituut voor Efficiency
,,De Baas en het Onderhoud"
Het is de heer P. J. Leeuivestein,
baas van de traceurs in onze Machinefabriek,
die met zijn opstel de derde prijs verwierf.
Een moeilijk, doch noodzakelijk onderwerp, waar
mede alle bazen, betrokken als zij zijn bij een goed
functioneren van het bedrijf, zeer zeker te maken
hebben! Allereerst echter geldt dit voor hen, die
direct bij de machinale productie en het onderhoud
der machines geïnteresseerd zijn. Het is daarom begrij
pelijk dat de eerste vraag
met betrekking tot het on
derwerp, luidt: „Wie is
verantwoordelijk voor de
goede staat der machi
nes?"
Met deze vraag zitten we
direct al midden in het
brandpunt, want ook de
P.B.* en O.B.** is „niets
menselijks vreemd". Zo
lang alles naar wens gaat,
blijft het rustig, doch een
machinestoring, een pro
ductiefout, een vertraging
in de productie, enz. enz.
brengen de gemoederen in beweging. Vooral in het
grote bedrijf, waarin ondergetekende werkzaam is,
komt dit veelal voor en het kan aanleiding zijn tot ver
storing der samenwerking. Dit kan funest zijn in ge
noemd groot bedrijf van pl.m. 10 grote nogal ver
spreid liggende afdelingen; een paar honderd machi
nes in vrijwel evenzoveel soorten en afmetingen, een
12-tal P.B.'s met voorlieden en een 500 man; een
O.B. met voorman en een 30 man„Wie is nu ver
antwoordelijk?" Naar mijn mening moet aan deze
vraag voorafgaan de vraag: „Wie is verantwoordelijk
voor de goede stand der machines?" Zij toch, die met
of zonder medewerking van de P.B. en de O.B. machi
nes aanschaffen, bestemd voor de productie van hun
afdeling, moeten allereerst zorgen, dat deze machines
juist gekozen zijn. Evenzeer belangrijk is de juiste
plaats, een goede en vaste fundatie, het stellen en
monteren vooral van lange en grote machines, enz.
Al deze zaken betreffende de „stand" kunnen de
„staat" der machines belangrijk beïnvloeden.
Doen zich nu later, als gevolg van de eventuele ge
brekkige en (of) onoor
deelkundige handelingen
vooraf, gebreken, tekort
komingen, fouten of
onnauwkeurigheden voor,
dan ontstaan er als van
zelf beschuldigingen aan
bekende en (of) onbe
kende adressen. Dit be
vordert zeker niet een
goede gang van zaken
en een goede verhou
ding onderling. Staat de
machine echter, dan is
daar wéér de vraag: „Wie
is verantwoordelijk voor
een blijvende goede staat?"
Hebben nu de leiding en de O.B. gezorgd voor een
goede bestemming, plaats en juiste opstelling der
machines en zijn zij voor hun taak berekend, dan is
m.i. de verantwoording in eerste instantie voor de
P.B. en in tweede instantie voor de O.B.
De P.B. moet zijn mensen zó instrueren (en toezien
op een blijvende uitvoering), dat zij de machine
niet overbelasten, op de juiste manier bedienen,
de juiste gereedschappen gebruiken; dat zij, voor
zover zij dit mogen en moeten, de machine sme
ren, poetsen en vooral, dat zij elke afwijking, elk
verdacht geluid, elke onzuiverheid in de bewerking,
P.B. Productiebaas.
O.B. Onderhoudsbaas.