3
(JJ|) NIEUWS
te construeren, zien wij thans allen met zorgen de
nabije toekomst tegemoet, daar men thans van
oordeel is dat de vraag naar nieuwe schepen de
eerstkomende jaren minimaal zal blijven en dat het
dus wel bijzonder moeilijk zal zijn voor de werven
hun order-portefeuille tijdig aan te vullen.
Opnemende hetgeen ik even tevoren zei betreffen
de de gezamenlijke ervaring welke men opdoet
indien men zijn tankers laat bouwen op de werf
waar men ze ook laat repareren, dan hoop ik slechts,
dat deze ervaring in de te verwachten moeilijker
jaren niet teloor zal behoeven te gaan.
Hr. Smits, wij gaan thans met veel plezier over
tot de afbouw van de „Caltex Amsterdam" en ho
pelijk mogen wij bij de aflevering van de „Caltex
Amsterdam" nog meer uitweiden over de samen
werking, welke er niet alleen tussen uw directie
en onze directie, maar ook tussen uw medewerkers
en onze medewerkers is geweest.
Dan dames en heren stel ik het op prijs nog enkele
woorden te zeggen tegen mevrouw Diemer Kool,
de doopster van de „Caltex Amsterdam".
Mevrouw Diemer Kool, wij hebben zeer gewaar
deerd dat u, naast alle plichten, welke u in uw
leven als echtgenote van een directeur van de Am-
sterdamsche Bank reeds hebt, zich zelfs voor deze
doop hebt willen onderwerpen aan een scholing
voor doopsters. U weet wat ik hiermede bedoel,
doch ik mag onze gasten wel vertellen, dat mevrouw
Diemer Kool enkele weken geleden niet alleen
onze werf, doch ook een schip van de Caltex heeft
bezocht, omdat zij meer bekend wilde zijn met de
dopeling.
Mevrouw Diemer Kool, wij hebben toen een bij
zonder genoegelijke avond gehad. De interesse waar
mede u deze nieuwe taak bent tegemoetgetreden
was voor ons een bijzonder genoegen en een voor
recht is het voor ons ook, omdat u op het ogen
blik waarschijnlijk van alle aanwezigen zich bijna
net zo zult voelen als de directie en haar mede
werkers, betrokken bij de tewaterlating, namelijk:
„het is gebeurd en het is goed gebeurd".
Deze gedachte zouden wij gaarne bij u langer wil
len laten voortleven en mag ik u daarom, mede
namens mijn collega's, een kleine herinnering aan
bieden aan deze moeilijke taak, welke u hebt ver
richt.
In een vlot speechje beantwoordde mevrouw Diemer
Kool - de Bloeme de heer Woltjer.
De burgemeester van Amsterdam voerde als derde
het woord en hij bracht tevens nog twee cadeaus
mede: het wapen van Amsterdam voor het schip,
dat naar onze hoofdstad is genoemd en voor de
bemanning het „begin" van een scheepsbibliotheek.
Tenslotte volgt hieronder de rede van de heer
Mr. J. R. Smits.
Mijnheer de Directeur van de Werf,
Dames en Heren,
Zeer gaarne zou ik u dank willen zeggen voor de
harelijke woorden van welkom in uw openingswoord.
Daaraan zou ik mede namens de Directies van de
andere in Nederland werkzame Caltex-bedrijven
willen toevoegen, dat ook wij in Caltex ons bij
zonder vereerd en verheugd voelen dat zovelen
gevolg hebben willen geven aan uw uitnodiging
om getuige te zijn van het wederom passeren van
een mijlpaal in ons Caltex-bestaan hier te lande.
Mr. Woltjer, please allow me to reply in the first
place to your kind words addressed to me personally.
It is indeed true that a firm relationship exists
between your Yard and our company. A relation
ship, I am happy to say, which is founded on firm
and sound business principles and mutual respect
for each other's experience and know how. It is,
therefore, that there is little doubt in our minds
that the beautiful vessel, which has been so gra
ciously launched a short while ago, will become