5
(JJ|) NIEUWS
Dit is het eerste schip, dat ingevolge onze finan
cieringsovereenkomsten met de M.F.B. is tewater-
gelaten en waarop ik doelde toen ik zeide, dat wij
wederom een mijlpaal in ons Caltex-bestaan hier te
lande hebben gepasseerd.
Van harte hoop ik, dat de met de M.F.B. ingesla
gen weg een goede zal blijken te zijn geweest en
dat wij deze tot ons gezamenlijk voordeel nog lang
zullen mogen bewandelen. Van de goede en bijzon
der prettige samenwerking met de vertegenwoor
digers van de M.F.B. zou ik hier gaarne gewag
maken. Mevrouw, rest mij nu slechts u te verze
keren, dat u te allen tijde welkom zult zijn op uw
schip en dat wij hopen dat u en mijnheer Diemer
Kool werkelijk eens een reis met haar zullen maken.
Mijnheer de Burgemeester van Amsterdam: Met
de heer Woltjer zijn ook wij bijzonder verheugd
en vereerd, dat u vandaag met zovele van uw
medewerkers aanwezig hebt willen zijn bij de te
waterlating van het naar uw stad genoemde schip.
Dat u daarbij het wapen van de stad Amsterdam
aan het schip hebt willen schenken, stemt ons tot
bijzondere dankbaarheid. Wij hopen daarin te mo
gen zien een bevestiging uwerzijds dat het door
ons in de vaart te nemen schip waardig geacht
mag worden de naam van uw stad over de zeeën
uit te dragen. En dat daarbij dan de naam van
onze Maatschappij in één adem zal worden ge
noemd, is voor ons uiteraard een toevallige, doch
uiterst gelukkige bijkomstigheid. U kunt ervan
verzekerd zijn dat de gezagvoerder en opvarenden
naar vermogen zullen trachten de „Caltex Amster
dam" een waardige representante te laten zijn van
de hoofdstad van ons land.
Mijnheer de Burgemeester, het zij mij vergund u
ter herinnering aan deze dag te mogen aanbieden
een z.g. „Artist Impression" van de „Caltex Am
sterdam". Onze technische dienst heeft mij ver
zekerd, dat deze „Artist Impression" een redelijk
nauwkeurig beeld geeft van wat de „Caltex Amster
dam" zal zijn na afbouw en dat de „Artiest" zich
geen al te grote vrijheden heeft veroorloofd.
Gaarne hoop ik dat u dit schilderij zult willen
aanvaarden en daaraan een bestemming zult willen
geven, welke er toe kan bijdragen de reeds goede
verstandhouding tussen Amsterdam en Caltex nog
verder te bevorderen.
Dames en Heren, te lang reeds heb ik uw aandacht
in beslag genomen. Ik zou willen eindigen met u
uit te nodigen een dronk te wijden aan de voor
spoed van de „Caltex Amsterdam", haar doopster,
haar bouwers en de stad, waarnaar zij werd ge
noemd.