13
NIEUWS
Zr. Ms. Ramtorenschip „Prins Hendrik der Nederlanden"
Shanghai, waar zich in verband met de daar uitge
broken opstand een internationale vloot had ver
zameld.
Het schip verbleef daar langer dan de beide andere
schepen en onderging in Tandjong Priok en Soera-
baja enige reparaties, onder andere aan de ketels,
voordat het de thuisreis aanvaardde.
De verdere actieve dienst van de „Piet Hein" werd
dichter bij huis verricht: in 1907 kon men het pant
serschip te Vlissingen vinden in verband met de vie
ring van de geboortedag van Admiraal De Ruyter.
De „Piet Hein", evenals de beide overige schepen
van deze klasse, viel op door een enorme schoorsteen
en twee korte gevechtsmasten.
Aanvankelijk was de romp zwart geschilderd en wa
ren bovenbouw en schoorsteen okergeel.
Het duurde immers tot de eeuwwisseling voordat
men er geleidelijk toe overging oorlogsschepen grijs
te schilderen.
Bij de zeeslag tussen de Russische en de Japanse vloot
bij Tsu-Shima in 1905 waren de Russische schepen
nog zwart geschilderd, de Japanse daarentegen reeds
grijs.
De boeg en het hek van de „Piet Hein" waren voor
zien van lofwerk; een versiering die op de zeilsche
pen in de zeventiende en achttiende eeuw absurde
vormen had aangenomen en later op de ijzeren en sta
len oorlogsschepen op meer bescheiden schaal werd
toegepast; in ons land voor het laatst op het pantser
schip „De Zeven Provinciën".
Na de tweede wereldoorlog is een eenvoudige ver
siering op de boeg van koopvaardijschepen weer in
zwang gekomen.
De schepen van Fred Olsen, voorzien van boegbeel
den, treden wel het meest op de voorgrond.
In 1913 werd de „Piet Hein", na enige tijd in dienst
te zijn opgelegd, van de sterkte afgevoerd en vervol
gens met het zusterschip „Evertsen" voor sloop ver
kocht.
Van beide schepen werd de voorste geschutstoren
verwijderd en voor de kustverdediging bestemd.
Een deel van de romp van de „Piet Hein" doet nog
steeds op onze werf dienst als bergruimte en ponton
voor de opgangen naar dok 3. v. D. (rep.)
(Foto Maritiem Museum „Prins Hendrik"