I Takkenspel H. KLEYN Ja, wat zal ik nu eens gaan doen, denk je wel eens op een winterse dag. Mag ik je een handje helpen. Heb je wel eens opgelet, dat elke soort boom in de winter zijn eigen vorm heeft? In de zomer natuurlijk ook, maar dan zie je het takken- „spel" niet zo goed. Elke soort boom heeft zo zijn eigen manier van takken- rangschikking en groei. Dit is juist in de winter zo goed waar te nemen. Kale takken, wat heb ik daar nu aan, zul je zeggen. Ho, wacht even. Ga nu eens voorzichtig een takje snij den van een es, een linde en een beuk, om voor lopig niet te veel hooi op je vork te nemen. Want er is keuze genoeg: kastanje, de tamme bedoel ik, eik, els, berk en ga maar door. Nu kun je twee dingen doen. Ten eerste een teke ning maken van de boom als geheel, een silhouet noemen ze dat met een mooi woord. Je moet na tuurlijk niet elk takje op je papier willen vastleggen, maar zo dat je de boom aan je tekening kunt herkennen. Het is een kwestie van goed kijken en niet zo maar een stam tekenen met hier en daar, schots en scheef, een tak. Als je zo'n paar bomen getekend hebt, kf'jg je het meteen door, dat elke boom zo zijn eigen vorm heeft. Is dit achter de rug, dan gaan we aan het tweede deel beginnen. En die is? De afzonderlijke takken te tekenen. En wat zie je dan? Dat die takken van de verschillende bomen niet zo maar takken zijn, maar dat ze iets eigens hebben, net zo als bij de mensen. De een heeft een wipneus, de ander een paar afstaande oren. Dat valt toch ook op. Als je nu van de drie bomen, die ik het eerst noemde, de takken gaat tekenen, dan kom je voor rare dingen te staan. Want die es heeft een flinke zwarte knop aan het eind van de tak. Bij de linde groeien de takken zig-zagsgewijs. En die beuk, ja, wat heeft die een spitse bladknoppen. Zo zie je dat aan de bomen, juist in de winter, nog wel het een en ander te beleven is. Veel succes. •:v, U ((J|) NIEUWS 32

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1960 | | pagina 34