de NOORDSTER in gevaar
Or
VERZORGD DOOR HET KINDERBLAD „KRIS KRAS" TE AMSTERDAM
19
NIEUWS
'Aue-ueoj^n
MAX VAN AMSTEL
„Ik vertrouw de deklading niet,
kapitein."
Terwijl stuurman Donkers deze
woorden sprak keek hij een beetje
schichtig naar kapitein Wiersma,
die aan het stuurwiel stond.
De kapitein fronste zijn voorhoofd
en keek de stuurman aan.
„Wat is er dan aan de hand, Don
kers?" vroeg hij.
„Aan bakboord zijn een paar bal
ken gaan werken," antwoordde de
stuurman, „er schijnt speling te
zitten in de kettingen. Misschien
valt het wel mee maar ik dacht
zo voegde hij er snel aan toe,
toen hij zag dat kapitein Wiersma
een beweging van ergernis maakte.
„Hoe is dat nu mogelijk, Don
kers?" viel Wiersma hem in de rede.
„Tja, ik was er in Norrköping al
bang voor. De bootwerkers en de
ladingsagent
„Onzin, Donkers, geen verant
woordelijkheid afschuiven. De
stuurman is verantwoordelijk voor
het laden, niet de bootwerkers.
En waarom vertel je mij dat nu
pas? Als je de zaak in Norrköping
al niet vertrouwde, had je mij
daar moeten waarschuwen, niet?"
„Jawel, kapitein, maar ik dacht,
omdat wij al zoveel tijd hadden
verloren. En tijdens het laden was
u niet aan boord Kregelig haalde
Wiersma zijn schouders op.
„Ik houd niet van dat risico ne
men, Donkers! Liever een dag la
ter vertrekken, dan midden op zee
met de brokken zitten. Wat wil je
doen, met deze hoge zee en die
slagregens
Stuurman Donkers bleef het ant
woord schuldig. Hij scharrelde wat
aan zijn pet en tuurde door het
raam naar buiten, waar de zee
grauw en grimmig was en het
schuim op de golven vuilwit onder
de donkere, bolderende wolken,
die laag boven de wereld werden
voortgejaagd door een onstand
vastige, van tijd tot tijd fel uit
schietende wind.
„Haal de jongens uit hun kooi en
zorg dat je het klaart," beval ka
pitein Wiersma kort.
„Ja, maar, kapiteinde jongens
zijn net afgegaan en begon
Donkers.
Kapitien Wiersma werd boos. Dat
weifelende en onzekere van Don
kers ook altijd!
„Doe wat ik je zeg, DonkersOf
weet je het misschien alleen te
klaren? Dan had je mij niet lastig
behoeven te vallen, wel?" zei hij
hard en driftig.
Donkers verliet de stuurhut. Som
ber gestemd keek kapitein Wiersma
hem na. Hij had weinig aan deze
man, die hij overhaast had moeten
monsteren, toen zijn eigen, trouwe