NIEUWS Foto van model van Hr. Ms. ,,Assahan" Maritiem museum „Prins Hendrik" Gedurende de volgende jaren kon men het schip onder andere te Paré Paré aantreffen, waar het gebruikt werd voor kustbeschietingen en landingen, terwijl het later aan de actie tegen Boni deelnam. In het jaar 1909 werd de „Assahan" ingericht voor het leggen van verspermijnen en ter be schikking gesteld van de torpedodienst, waaronder der mijnendienst ressorteerde. Met de inmiddels ontvangen mijnen werden geregeld oefeningen gehouden, waarbij de „Assa han min of meer als opleidingsschip dienst deed met een steeds wisselende bemanning. Bovendien escorteerde zij ter afwisseling een groep torpedoboten naar Makassar. Toen het geheel tot mijnenlegger verbouwde zusterschip „Siboga" deze taak overnam, werd de „Assahan'' weer flottieljevaartuig en belast met de opleiding van inlandse matrozen. Gedurende de jaren, voorafgaande aan de le Wereldoorlog, maakte het schip diverse reizen en patrouilletochten. Bij het uitbreken van die oorlog kwam de „Assahan" juist terug van West-Borneo, waar zij in verband met ongeregeldheden gestationeerd was geweest en werd toen te Tandjong- Priok gestationeerd voor politiediensten. Vervolgens werd het flottieljevaartuig uitgerust met draadloze telegrafie en als communi catievaartuig bij het eskader ingedeeld. Na het verrichten van diverse bewakingsdiensten werd de „Assahan van 1 februari 1916 tot 21 maart 1917 op het marine-etaiblissement te Soerabaja definitief tot mijnenlegger verbouwd. Hiertoe werd, evenals reeds eerder op de „Serdang" en de „Siboga" was geschiedt, de gehele kampanje en een deel der bewapening verwijderd, het achterschip gewijzigd en het hoofddek van mijnenrails voorzien. Als mijnenlegger heeft het schip nog ettelijke jaren dienst gedaan, totdat het pas in 1932 definitief van de sterkte werd afgevoerd. Wat haar zusterschepen betreft, bleven de „Koetei" en de „Mataram" in hun oorspronkelijke staat, het laatste werd opleidingsschip voor de kweekschool voor inlandse schepelingen te Makassar. De „Edi" volgde in 1910 de voetsporen van vele van haar voorgansters, werd ontwapend en sleet haar (vele) laatste jaren bij de Gouvernements Marine tot zij in 1928 werd gesloopt. De „Siboga overleefde de „Assahan terwijl de „Serdang" op haar oude dag nog tot torpe- dowerkscbip werd ingericht. In 1942 werd deze laatste der Mohicanen gesloopt. v. D. (rep.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1960 | | pagina 27