s t Paardje van de bakker 't Paardje van de bakker werd om zes uur wakker werd om zes uur wakker en hij keek eens naar de lucht, 'k moet weer voor de wagen om broodjes rond te dragen 'k moet weer voor de wagen.zei het paardje met een zucht. Altijd dat gejakker zei 't paardje van de bakker altijd dat gejakker, dan weer dat en dan weer dit, moet dat nou gebeuren dat wachten voor de deuren hier een halfje tarwebrood en daar een halfje wit 'k Ga maar naar de akker zei 't paardje van de bakker lekker op mijn ruggetje met hoefjes in de lucht, lekker boontjes eten en iedereen vergeten, en zo ging het paardje van de bakker op de vlucht. 't Paardje van de bakker lag lekker op de akker, maar daar stond een jongetje te roepen voor het hek: krijgen we geen eten heb je ons vergeten? Ik ben kleine Jaapje en ik heb zo'n reuze trek Och, m'n arme stakker zei 't paardje van de bakker, en hij schaamde zich zo erg en holde weer naar huis... ging weer voor de wagen om broodjes rond te dragen en het paardje zei: Pardon, het was maar een abuis. 't Paardje van de bakker wordt om zes uur wakker wordt om zes uur wakker en dan heeft hij nog zo'n slaap, maar dat mag niet hinderen hij denkt aan de kinderen, alle lieve kinderen. Vooral aan kleine Jaap. Kijk 'm voor zijn wagentje Hij gaat er weer op uit: Hier een halfje wittebrood en daar een rol beschuit. Annie M.. G. Schmidt NIEUWS 34

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1960 | | pagina 36