ARBEIDSTIJDVERKORTING
motieven - gevolgen - godsdienstige waardering
NIEUWS
4
Inleiding gehouden door Dr A. van Biemen, Directeur der Arbeidersgemeenschap
der Woodbrookers, te Bentveld, voor de Ondernemingsraad op 28 januari I960.
Korter werken?
Een dezer dagen kon men in de dagbladen lezen
dat een onderzoek, door het NIPO ingesteld, had
uitgewezen dat 74 van de Nederlanders voor
standers waren van een vrije zaterdag met behoud
van loon. Bij de P.v.d.A. en de K.V.P. waren de
percentages voorstanders het hoogst - respectieve
lijk 89 en 78 - bij de A.R. en C.H.U. bleek een
meerderheid - respectievelijk van 55 en 53 voor
de vrije zaterdag. Ook in de kringen van de V.V.D.
bleek nog altijd 46% voor een vijfdaagse werk
week te voelen. Deze cijfers krijgen groter ge
wicht wanneer men bedenkt dat de tegenstemmers
aanzienlijk minder in aantal waren dan bovenge
noemde percentages doen vermoeden. Een groot
aantal had „geen mening". Tegen een vijfdaagse
werkweek waren: bij de P.v.d.A. 6%; bij de K.V.P.
13%; bij de A.R. 21%; bij de C.H.U. 32% en
bij de V.V.D. 40
Dit beeld komt vrij goed overeen met een onder
zoek dat het C.N.V. enige tijd geleden onder haar
leden heeft gehouden. Gesteld voor de keuze tussen
een werktijdverkorting van vijf uur (zo mogelijk
in de vorm van een vijfdaagse werkweek) en een
loonsverhoging van vijfmaal het uurloon, koos
57 der ondervraagden voor werktijdverkorting
en 41 voor loonsverhoging. Twee procent had
geen mening.
Dit beeld is duidelijk en stellig niet tot Nederland
bepaald. Integendeel: het buitenland is ons in dit
opzicht èn in de probleemstelling èn in de reali
sering stellig vóór. In Amerika is in verschillende
bedrijfstakken een verkorting doorgevoerd; in
Frankrijk is men er hard mee bezig, in Duitsland
tenslotte is men in verschillende bedrijfstakken al
een heel eind gevorderd met de verwerkelijking
van een vijfdaagse werkweek. De conclusies waar
toe het in 1958 uitgebrachte SER-advies komt, lui
den in het kort als volgt:
le. Het voornaamste motief voor arbeidstijdver
korting is het verlangen naar meer vrije tijd.
Over het algemeen kan men niet zeggen dat
de lichamelijke en geestelijke gezondheid van
de werknemers om korter werken schreeuwt.
2e. Bij een vermindering van 48 tot 45 uur per
week is een daling van de produktie per man
jaar te verwachten. Worden die 45 uren in een
vijfdaagse werkweek gemaakt dan valt een da
ling van zelfs 5 tot 6 te verwachten.
3e. Zonder wijziging in de verdeling van het
nationale inkomen kan men slechts het reële
inkomen handhaven indien de arbeidsproduk-
tiviteit per hoofd stijgt.
4e. Mocht men tot invoering besluiten dan dient
men er voor te zorgen dat de hieruit voort
vloeiende produktievermindering zo gering
mogelijk zij - op grond waarvan een algemene
invoering van arbeidstijdverkorting ongewenst
wordt geadht - dat het tijdstip van invoering
zo omzichtig mogelijk worde gekozen en ten
slotte dat men zorgvuldig overwogen heeft
welk prioriteiten-schema men daarbij kiest.
Wat dat laatste, die andere keuze-mogelijkheden,
betreft: het C.N.V.-rapport noemt onder andere:
betere voorzieningen voor wezen en weduwen,
verhoging van de invaliditeitsuitkeringen, opheffing
van de gemeenteclassificatie, onderwijsvernieu
wing - wat men daaronder precies verstaat is me
niet helemaal duidelijk - hulp aan achtergebleven
gebieden, gelijke beloning voor mannen en vrou
wen en huurverhoging. Het pleit voor het verant
woordelijkheidsbesef en het realiteitsbesef van de
Nederlandse werknemer dat hij, voor dit priori
teiten-schema geplaatst, tot deze volgorde kwam:
abetere voorzieningen voor weduwen en wezen
(een zaak die inmiddels haar beslag heeft ge
kregen).
b. opheffing van de gemeenteolassificatie.
c. vijfdaagse werkweek.
Kan men voor het door het C.N.V. gedane onder
zoek niets dan bewondering hebben, het S.E.R.-
rapport doet wat eenzijdig-economisch aan. Van de
ideëen omtrent werktijdverkorting en vijfdaagse
werkweek in het buitenland leest men niets, even
min over de ervaringen die men daar heeft met de
daling der arbeidsproduktiviteit. Tenslotte doet
het wat komisch aan dat men waarschuwend de