NIEUWS
2
m
De nieuwe Ondernemingsraad
derom gekozen en dit is de beves
tiging van het vertrouwen, dat de
leden in hem stellen. De handha
ving van de heren A. Aardoom,
P. van der Hoek en M. Eijkenaar
als leden van de Kleine Commissie
mag eveneens gezien worden als
de accoordverklaring over de ge
leverde prestatie van deze drie
leden.
Nieuwe gezichten in de Raad is
goed: met het leren kennen van
andere mensen, leert men zelf ook
meer. Dat bij het uittreden van de
niet herkozen leden gevestigde
banden worden verbroken stemt
wat weemoedig, maar de Raad ont
staat nu eenmaal door vrije verkie
zing en het wisselen is daardoor
een normaal verschijnsel.
verwacht niet alles van
een goede bedrijfsorganisatie.
Ook het menselijke element
speelt een grote rol in de ar
beidsproductiviteit
Dit was één der uitspraken van
onze directeur, de heer C. J. A.
van Daalen, die de inleiding hield
over het W.F.-jaarverslag 1959,
dat van te voren ter bestudering
aan de O.R.-leden was toegezon
den.
Enkele klanken uit deze toespraak
zijn niet optimistisch: teruggang
wereldtonnage scheepsbouw, min
der opdrachten in de Nieuwbouw,
moeilijkheden in het vrachtver
voer i.v.m. de lagere vrachtprij
zen. Dit alles heeft zijn terugslag
op de bouw van nieuwe schepen.
Toch blijft een zekere drang naar
grotere schepen en hogere snelhe
den, met de daarbij onvermijde
lijke aanpassing van havencapaci
teit. Misschien komt daardoor - en
door het slopen van oudere sche
pen - toch weer wat werk los.
Ieder van ons zal moeten meehel
pen om de moeilijke tijden zo goed
mogelijk door te komen. Wat no
dig is t.a.v. uitbreiding en verbete
ring van outillage gaat echter ge
beuren.
De Raad gaat uiteen om in 5 groe
pen de vragen over het jaarverslag
in eigen kring samen te stellen en
aan de heer Van Daalen voor te
leggen.
Uit deze vragen blijkt hun brede
belangstelling; ze omvatten een
wijd terrein: van kernenergie tot
verdeling van woonruimte, van in
ternationale financieringsafspraken
tot capaciteiten van kranen, van
overschakeling op andere werk
zaamheden in tijd van slapte naar
de capaciteit van de helling bij
eventuele bouw van zeer grote
schepen. Er is belangstelling voor
vele andere vraagstukken: de be
tekenis van het woord „Loonron-
de 1959" en de woorden „gelei
delijke verkorting van de arbeids
tijd", zinsneden in het jaarverslag
1959. Er wordt geïnformeerd in
zake het geconstateerde, dat er in
een tijd van minder werk toch een
toename valt te bespeuren van het
aantal scheepswerven.