NIEUWS
om onze sterkste sleepboot, de
„Wiltons", in aktie te zien bij het
uitdokken en verslepen van het
passagiersschip „Willem Ruys"
(23114 ton) uit ,dok 7 naar de
Schiehaven in Rotterdam.
Kapitein K. Hoogerdijk, onze oud
ste sleepbootkapitein en comman
deur van de W.F.-sleepbootvloot,
had ook hier de leiding. In de
ruime stuurhut van de „Wiltons"
had, voor het karwei begon, een
korte conferentie plaats. In twee
minuten bleek het programma al
vastgesteld. Drie vóór, drie achter,
die aan bakboord, die aan stuur
boord. Er werd verder weinig druk
te over gemaakt.
De „Willem Ruys" zou de reis in
„omgekeerde vorm" maken, d.w.z.
achteruit gesleept. Men behoefde
dan niet te zwaaien bij het verla
ten van de W.F.-haven en bij het
meren aan de kade van de Ko
ninklijke Rotterdamsche Lloyd.
Langzaam schoof de onbestuurbare
„Willem Ruys" naar de rivier en
waarschuwde met de zware dreun
van de scheepsfluit het scheepvaart
verkeer.
Op deze drukbevaren rivier trok
het grote schip met zijn kleine,
nijdige begeleiders de aandacht
van velen. Af en toe werden met
de scheepsfluit de nodige seinen
gewisseld met schepen, die op de
een of andere manier wensten te
passeren. In de machinekamer ver
zorgde de machinist H. Kloeg het
sterke hart van de sleepboot, ter
wijl de beide matrozen N. P. v. d.
Linden en C. v. d. Handel al spoe
dig een prima „bakkie thee" aan
boden.
Het meren aan de ligplaats bij de
Koninklijke Rotterdamsche Lloyd
leverde geen extra moeilijkheden
op, maar ging op de gewone ma
nier „voetje voor voetje". Dan
klonk plotseling radiotelegrafisch
de boodschap van kapitein Hooger
dijk: „Hij zit er mooi tegen an,
Jan! Achter nog een metertje ruim
te" en het karwei is gebeurd.
Eén voor één vertrokken de W.F.-
slepers en tenslotte bleef de „Wil
tons" eenzaam aan de voorsteven
Buurpraatje
Machinist H. Kloeg in de machinekamer van de „Wiltons"
In de Schiehaven