Zr. /Vis. Rammonitor
2e klasse
„Luipaard"
Uit de oude doos
Bouwnummer 96
NIEUWS
10
In „Uit de Oude Doos (10)" hebben wij bij de
beschrijving van Zr. Ms. „Haai" gelezen, hoe de
bouw van de „Monitor" van Ericsson en de histo
rische zeeslag tussen dit schip en de „Virginia"
(ex „Merrimac") aanleiding waren tot de ontwik
keling van een scheepstype, dat naar de beroemde
„Monitor" werd genoemd.
Ditmaal zullen wij de beginontwikkeling van het
gepantserde schip in eigen land onder de loupe
nemen en zien wat aan de bouw van de door
Fijenoord geleverde monitors vooraf ging.
Nadat tegen het midden van de vorige eeuw de
toestand waarin het materieel der Marine verkeer
de steeds zorgelijker werd en de schepen in aan
bouw geen gelijke tred hielden met de zich snel
ontwikkelende techniek in het buitenland, deed
men in 1859 een wonderlijke stap om de verde
diging der Nederlandse zeegaten te verbeteren.
De beide oude driedekker-linieschepen „Koning
der Nederlanden" en „Zeeuw" werden in marine
droogdokken, respectievelijk te Den Helder en
Vlissingen geplaatst en verbouwd tot drijvende
batterij en.
Beide schepen ondergingen een ongewone operatie.
Zij werden ontdaan van het tuig en in het dok
opgeschoord, waarna het onderwaterschip onge
veer evenwijdig aan de kiellijn werd afgezaagd en
vervangen door een vlakke houten bodem.
Het voor- en achterschip werden schuin wegge
sneden en de nu stompe einden gepantserd en voor
zien van 60 ponder kanons.
Het eerste schip werd omgedoopt tot „Neptunus".
Het tweede, dat de naam „Jupiter" kreeg, werd
later nog ingrijpender gewijzigd.
De bedoeling was de vaartuigen op ondiepe plaat
sen in de riviermonden of op de rivier te veranke
ren en als drijvende forten te gebruiken.
Toen de politieke toestand in Europa slechter werd,
ging men er eveneens toe over enige fregatten tot
het bovengenoemde doel te verbouwen, n.l. de
„Prinses Sophia der Nederlanden", die van 1845
tot 1857 in aanbouw was geweest op de Rijkswerf
te Amsterdam en daar verbouwd werd tot drij
vende batterij „Orkaan", de „Prins Frederik der
Nederlanden" in 1840 gebouwd, die de naam
„Salamander" kreeg en de „Ceres", 24 jaar oud,
die nu tot „Draak" werd omgedoopt.
De verbouwing van het sinds jaren in afbouw zijn
de fregat „Prins Hendrik der Nederlanden" vond
geen doorgang en de naam „Orkaan" ging over
op de „Sophia", die als drijvende batterij oor
spronkelijk „Olifant" zou heten. Nadat de schepen
in I860 in hun nieuwe vorm in dienst waren ge
steld, speelde men met het idee de beide linie
schepen 2e klasse „Kortenaer" en „Tromp" even
eens te verbouwen, de eerste zou „Olifant" gedoopt
worden, terwijl de „Tromp" zijn oude naam zou
behouden; deze verbouwing ging echter niet door.
De „Commissie betreffende het pantseren van Sche
pen en Vaartuigen van Oorlog" van 1862 stelde